Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
hinfällig:
- inferior; poor; clumsy; abstemious; unhandy; gawky; uneasy; doltish; wooden; owlish; stiff; not very good; shabby; unsightly; seedy; vulnerable; fragile; delicate; tender; frail; ramshackle; wonky; rickety; dilapidated; long in the tooth; weak; feeble; pale; sick; faint; wan; lean; flimsy; miserable; thin; lingering; languishing; sickly; ragged; wobbly; ruinous
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor hinfällig (Duits) in het Engels
hinfällig:
-
hinfällig (untergeordnet; ärmlich; gebrechlich; unzureichend; ungenügend; armselig; schwach; zweitklassig; niedrig; dürftig; schäbig; kärglich; minderwertig; karg; zweitrangig)
-
hinfällig (unhandlich; stümperhaft; unbehaglich; weich; lustlos; ungeschickt; kraftlos; umbequem; grob; lasch; lästig; schwerfällig; flau; schwächlich; tapsig; grobschlächtig; dünn; lahm; entspannt; eckig; schlapp; hilflos; welk; schlaff; krankhaft; kantig; ungelenk; unbeholfen; schlacksig; ungehobelt; abgespannt; gebrechlich; bäuerisch; mißlich; flegelhaft; wässerig; kränklich; tölpelhaft; täppisch; taktlos; ungeschlacht; stelzbeinig; tapprig)
clumsy; abstemious; unhandy; gawky; uneasy; doltish; wooden; owlish; stiff; not very good; poor-
clumsy bijvoeglijk naamwoord
-
abstemious bijvoeglijk naamwoord
-
unhandy bijvoeglijk naamwoord
-
gawky bijvoeglijk naamwoord
-
uneasy bijvoeglijk naamwoord
-
doltish bijvoeglijk naamwoord
-
wooden bijvoeglijk naamwoord
-
owlish bijvoeglijk naamwoord
-
stiff bijvoeglijk naamwoord
-
not very good bijvoeglijk naamwoord
-
poor bijvoeglijk naamwoord
-
-
hinfällig (unansehnlich; verlottert; verludert; häßlich; armselig)
-
hinfällig (quetschbar; zerbrechlich; brechbar; mürbe; kränklich; zart; brüchig; empfindlich; verletzbar; schwächlich; bröcklig; gläsern; verwundbar; schwach; hilflos; flau; gebrechlich)
vulnerable; fragile; delicate; tender; frail-
vulnerable bijvoeglijk naamwoord
-
fragile bijvoeglijk naamwoord
-
delicate bijvoeglijk naamwoord
-
tender bijvoeglijk naamwoord
-
frail bijvoeglijk naamwoord
-
-
hinfällig (brüchig; mürbe)
ramshackle; wonky; rickety-
ramshackle bijvoeglijk naamwoord
-
wonky bijvoeglijk naamwoord
-
rickety bijvoeglijk naamwoord
-
-
hinfällig
dilapidated; long in the tooth-
dilapidated bijvoeglijk naamwoord
-
long in the tooth bijvoeglijk naamwoord
-
-
hinfällig (kränklich; schlaff; schwach; schlapp; lustlos; schwächlich; lahm; kraftlos; matt; hilflos; abgespannt; gebrechlich)
-
hinfällig (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; karg; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
-
hinfällig (armselig; empfindlich; knapp; schmächtig; winzig; geringfügig; eng; gering; karg; dürftig; schäbig; hager; ärmlich)
-
hinfällig (schwach; matt)
lingering; languishing; sickly-
lingering bijvoeglijk naamwoord
-
languishing bijvoeglijk naamwoord
-
sickly bijvoeglijk naamwoord
-
-
hinfällig (wackelig; schwach; schlapp; zart; baufällig; zerbrechlich; mürbe; wacklig; ruinös; empfindlich; fein; schlecht; matt; empfindsam; dürftig; schlaff; marode; gläsern; brüchig; flau; grundlos; verderblich; gebrechlich; klapprig; vergammelt; schwächlich; kränklich; krakelig; klapperig; brechbar)
ragged; wonky; ramshackle; wobbly; rickety-
ragged bijvoeglijk naamwoord
-
wonky bijvoeglijk naamwoord
-
ramshackle bijvoeglijk naamwoord
-
wobbly bijvoeglijk naamwoord
-
rickety bijvoeglijk naamwoord
-
-
hinfällig (wacklig; vergammelt; klapperig)
Vertaal Matrix voor hinfällig:
Synoniemen voor "hinfällig":
Wiktionary: hinfällig
hinfällig
Cross Translation:
adjective
-
nicht mehr aktuell
- hinfällig → obsolete
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hinfällig | → deciduous; decayed; decrepit; dilapidated; void; lapsed; rickety; ramshackle; seedy | ↔ caduc — (botanique) Se dit d’un organe, notamment les feuilles, se détachant et tombant chaque année. |
• hinfällig | → conceited; frivolous; vain | ↔ frivole — Qui est vain ; qui n’a nulle importance. |
• hinfällig | → vain; futile; useless; frivolous; conceited | ↔ vain — Qui est inutile, qui ne produire rien. |
• hinfällig | → vain; conceited | ↔ vaniteux — Personne vaniteuse. |
• hinfällig | → old; venerable; aged; decayed; decrepit; dilapidated; lapsed; rickety; ramshackle; seedy; void | ↔ vieux — D’un certain âge (relatif à un autre). |
Computer vertaling door derden: