Duits
Uitgebreide vertaling voor haarlos (Duits) in het Engels
haarlos:
-
haarlos (glatzköpfig; kahl)
bald; hairless; barren; without hair-
bald bijvoeglijk naamwoord
-
hairless bijvoeglijk naamwoord
-
barren bijvoeglijk naamwoord
-
without hair bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor haarlos:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bald | glatzköpfig; haarlos; kahl | feucht; frivol; gewissenlos; glitschig; kahl; kahlköpfig; lasterhaft; obszön; schamlos; schlüpfrig; schmierig; schmutzig; schweinisch; sittenlos; unanständig; unehrenhaft; unflätig; unmoralisch; unsauber; unsittlich; unzüchtig; widerlich |
barren | glatzköpfig; haarlos; kahl | dürr; fruchtlos; karg; kärglich; rauh; schal; schofel; schäbig; trocken; unfruchtbar; ungastlich; unwirtlich; vertrocknet; welk; öde |
hairless | glatzköpfig; haarlos; kahl | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
without hair | glatzköpfig; haarlos; kahl |