Duits
Uitgebreide vertaling voor großsprecherisch (Duits) in het Engels
großsprecherisch:
-
großsprecherisch (angeberisch; protzend; aufschneiderisch; prahlerisch; dicktuerisch)
boastful; grandiloquent; bragging; boasting-
boastful bijvoeglijk naamwoord
-
grandiloquent bijvoeglijk naamwoord
-
bragging bijvoeglijk naamwoord
-
boasting bijvoeglijk naamwoord
-
-
großsprecherisch (prahlerisch; dicktuerisch)
-
großsprecherisch
Vertaal Matrix voor großsprecherisch:
Synoniemen voor "großsprecherisch":
Computer vertaling door derden: