Glaubwürdig in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

glaubwürdig:
- plausible; likely; acceptable; reasonable; believable; credible; reliable; familiar; known; trusted
Wiktionary:
- glaubwürdig → credible, trustworthy
- glaubwürdig → believable, credible

Duits

Uitgebreide vertaling voor glaubwürdig (Duits) in het Engels

glaubwürdig:

glaubwürdig bijvoeglijk naamwoord

glaubwürdig (plausibel; akzeptabel; überzeugend; glaubhaft)
plausible; likely; acceptable; reasonable; believable; credible; reliable
- plausible bijvoeglijk naamwoord
- likely bijvoeglijk naamwoord
- acceptable bijvoeglijk naamwoord
- reasonable bijvoeglijk naamwoord
- believable bijvoeglijk naamwoord
- credible bijvoeglijk naamwoord
- reliable bijvoeglijk naamwoord
glaubwürdig (bekannt; zuverlässig; familiär; solide; glaubhaft; gewohnt; solvabel)
familiar; known; trusted
- familiar bijvoeglijk naamwoord
- known bijvoeglijk naamwoord
- trusted bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor glaubwürdig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acceptable	akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend	akzeptabel; alltäglich; gebräuchlich; gewöhnlich; gängig; herkömmlich; tragbar; üblich
believable	akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend
credible	akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend
familiar	bekannt; familiär; gewohnt; glaubhaft; glaubwürdig; solide; solvabel; zuverlässig	allbekannt; beliebt; berühmt; familiär; gefeiert; gemütlich in der Umgang; gepriesen; gerngesehen; gerühmt; gewollt; mit Loorbeeren geschmückt; namhaft; populär; umgänglich; vertraulich
known	bekannt; familiär; gewohnt; glaubhaft; glaubwürdig; solide; solvabel; zuverlässig	bekannt
plausible	akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend	mutmaßlich; vermutlich; voraussichtlich
reasonable	akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend	anständig; begründet; berechtigt; ehrlich; erträglich; fair; korrekt; leidlich; passend; plausibel; redlich; stichhaltig
reliable	akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend	ausgelassen; begeistert; betriebssicher; dauerhaft; effektiv; fest; fröhlich; gediegen; gründlich; handfest; heiter; kräftig; lustig; munter; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig
trusted	bekannt; familiär; gewohnt; glaubhaft; glaubwürdig; solide; solvabel; zuverlässig	ausgelassen; begeistert; fröhlich; heiter; lustig; munter; vertraute
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
likely	akzeptabel; glaubhaft; glaubwürdig; plausibel; überzeugend	mutmaßlich; vermutlich; voraussichtlich