Duits
Uitgebreide vertaling voor freilaufen (Duits) in het Engels
freilaufen:
-
freilaufen (leerlaufen)
Vertaal Matrix voor freilaufen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
loaf | Brot | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
idle | freilaufen; leerlaufen | bummeln; herumlungern; herumsitzen; herumstehen; sich herumtreiben; trödeln |
loaf | freilaufen; leerlaufen | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
idle | apathisch; arbeitslos; arbeitsscheu; faul; hohl; im Leerlauf; inaktiv; inhaltslos; leer; lethargisch; nichts tund; nichtssagend; untätig; zwecklos |