Flink in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

flink:
- quick; fast; rapid; swift; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; handy; expert; skillful; huge; immense; to a huge extent; enormous; stupendous; gigantic; prompt; without delay; soon; perky; astute; resourceful; wily; bright; sharp; smart; nimbly; nimble-fingered; intelligent; wise; ingenious; sagacious; sly; crafty; shrewd
Wiktionary:
- flink → nimble, dexterous, active
- flink → deftly
- flink → rapidly, quickly, rapid, quick, active, alert, brisk, keen, adroit, lively, sprightly, spirited, vigorous, perky, spry, in action, assets, vigilant

Duits

Uitgebreide vertaling voor flink (Duits) in het Engels

flink:

flink bijvoeglijk naamwoord

flink (rasch; schnell; geschwind; schleunig; hastig)
quick; fast; rapid; swift; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; handy; expert; skillful
- quick bijvoeglijk naamwoord
- fast bijvoeglijk naamwoord
- rapid bijvoeglijk naamwoord
- swift bijvoeglijk naamwoord
- agile bijvoeglijk naamwoord
- dexterous bijvoeglijk naamwoord
- speedy bijvoeglijk naamwoord
- brisk bijvoeglijk naamwoord
- nimble bijvoeglijk naamwoord
- adroit bijvoeglijk naamwoord
- skilful bijvoeglijk naamwoord, Brits
- fledged bijvoeglijk naamwoord
- neat bijvoeglijk naamwoord
- clever bijvoeglijk naamwoord
- handy bijvoeglijk naamwoord
- expert bijvoeglijk naamwoord
- skillful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
flink (Sehrgrosmäsig; groß; gewaltig; gigantisch; unermeßlich; titanisch; toll; hoch; riesig; irre; fabelhaft; großartig; kapital; enorm; riesenhaft; immens; kolossal; himmelweit)
huge; immense; to a huge extent; enormous; stupendous; gigantic
- huge bijvoeglijk naamwoord
- immense bijvoeglijk naamwoord
- to a huge extent bijvoeglijk naamwoord
- enormous bijvoeglijk naamwoord
- stupendous bijvoeglijk naamwoord
- gigantic bijvoeglijk naamwoord
flink (geschwind; direkt; sofortig; auf der Stelle; rasch; schnell; schleunig; hastig)
prompt; without delay; soon; quick; swift; rapid; speedy
- prompt bijvoeglijk naamwoord
- without delay bijwoord
- soon bijwoord
- quick bijvoeglijk naamwoord
- swift bijvoeglijk naamwoord
- rapid bijvoeglijk naamwoord
- speedy bijvoeglijk naamwoord
flink (aufgeweckt; schlagfertig; pfiffig; spitzfindig; gewichst; scharfsinnig; schlau; geschickt; flott; ausgekocht; gescheit; gerissen; dreist; behende; klug; glatt; gewandt; clever; verschmitzt; durchtrieben; ausgeschlafen; helle; geübt; schneidig)
perky; astute; clever; resourceful; wily; sharp; smart
- perky bijvoeglijk naamwoord
- astute bijvoeglijk naamwoord
- clever bijvoeglijk naamwoord
- resourceful bijvoeglijk naamwoord
- wily bijvoeglijk naamwoord
- sharp bijvoeglijk naamwoord
- smart bijvoeglijk naamwoord
bright
– characterized by quickness and ease in learning ¹
- bright bijvoeglijk naamwoord
  - some children are brighter in one subject than another¹
flink (rasch; geschwind; behende)
nimbly; nimble-fingered
- nimbly bijwoord
- nimble-fingered bijvoeglijk naamwoord
flink (intelligent; klug; nett; gewichst; witzig; clever; pfiffig; schlau; geschickt; gewiegt; gescheit; schlagfertig; geübt; flott; aufgeweckt; spitzfindig; gerissen; hinterlistig; behende; scharfsinnig; ausgeschlafen; gewandt; listig; ausgekocht)
clever; intelligent; wise; ingenious; sagacious; astute; smart; skilful; sly; wily; crafty; shrewd; skillful
- clever bijvoeglijk naamwoord
- intelligent bijvoeglijk naamwoord
- wise bijvoeglijk naamwoord
- ingenious bijvoeglijk naamwoord
- sagacious bijvoeglijk naamwoord
- astute bijvoeglijk naamwoord
- smart bijvoeglijk naamwoord
- skilful bijvoeglijk naamwoord, Brits
- sly bijvoeglijk naamwoord
- wily bijvoeglijk naamwoord
- crafty bijvoeglijk naamwoord
- shrewd bijvoeglijk naamwoord
- skillful bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
bright
– characterized by quickness and ease in learning ¹
- bright bijvoeglijk naamwoord
  - some children are brighter in one subject than another¹

Vertaal Matrix voor flink:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
expert		Experte; Fachkraft; Fachleute; Fachmann; Fachmänner; Sachkundige; Sachverständige; Spezialist; fachkundige Person; fachkundigePerson
fast		Enthaltsamkeit; Enthaltung; Verzicht
prompt		Ansage; Eingabeaufforderung; Gedächtnisstütze; Telefonansage
rapid		Schnelle; Stromschnelle
swift		Turmschwalbe
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fast		enthalten; fasten
prompt		ankurbeln; anregen; antreiben; aufjagen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; begeistern; einflüstern; eingeben; einhelfen; ermuntern; ermutigen; forttreiben; inspirieren; nötigen; prophezeien; raten; reizen; soufflieren; stimulieren; suggerieren; verbessern; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuflüstern; zuraten; zusprechen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adroit	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	bewandert; erfahren; fachmännisch; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; pfiffig; raffiniert; sachverständig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
agile	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	agitiert; aufgebracht; aufgeregt; aufgeweckt; erhitzt; erregt; feurig; frisch; hitzig; lebendig; lebhaft; munter; quick; tüchtig; wach; wacker
astute	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; dreist; durchtrieben; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; glatt; helle; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schneidig; spitzfindig; verschmitzt; witzig	clever; gerissen; listig; pfiffig; spitzfindig
brisk	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	aufgeweckt; entschieden; entschlossen; heiter; lebendig; lebhaft; munter; quick; wach; wacker
clever	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; dreist; durchtrieben; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; geschwind; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; glatt; hastig; helle; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; rasch; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schleunig; schneidig; schnell; spitzfindig; verschmitzt; witzig	aufgeweckt; ausgekocht; ausgelernt; ausgeschlafen; behende; brillant; clever; einsichtsvoll; erfinderisch; fachmännisch; fähig; gebildet; geistreich; gekonnt; gelehrt; genial; gerieben; gerissen; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; hochgelehrt; intelligent; klug; kundig; listig; pfiffig; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; spitzfindig; tüchtig; vernünftig; weise
dexterous	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	geschickt; gewandt; geübt; handlich; klug; pfiffig; raffiniert; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
enormous	Sehrgrosmäsig; enorm; fabelhaft; flink; gewaltig; gigantisch; groß; großartig; himmelweit; hoch; immens; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; titanisch; toll; unermeßlich	ansehnlich; beachtenswert; bedeutend; beeindruckend; bemerkenswert; beträchtlich; eindrucksvoll; enorm; enorme; ergreifend; erheblich; fabelhaft; gewaltig; gigantisch; grandios; grossartig; groß; großartig; hervorspringend; himmelweit; immens; imponierend; imposant; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; schwer; sehr groß; sichtbar; stark; stattlich; titanisch; toll; triumphal; unermeßlich; ungeheuer; unglaublich groß; ziemlich; überwältigend
expert	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	geschickt; gewandt; geübt; handlich; klug; pfiffig; raffiniert; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
fledged	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell
gigantic	Sehrgrosmäsig; enorm; fabelhaft; flink; gewaltig; gigantisch; groß; großartig; himmelweit; hoch; immens; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; titanisch; toll; unermeßlich	eindrucksvoll; enorm; fabelhaft; gewaltig; gigantisch; grandios; groß; großartig; himmelweit; immens; imponierend; imposant; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; stark; titanenhaft; titanisch; toll; triumphal; unermeßlich; ungeheuer; überwältigend
handy	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	brauchbar; geeignet; geschickt; gewandt; geübt; handlich; klug; nützlich; pfiffig; raffiniert; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
huge	Sehrgrosmäsig; enorm; fabelhaft; flink; gewaltig; gigantisch; groß; großartig; himmelweit; hoch; immens; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; titanisch; toll; unermeßlich	Angst einjagend; beängstigend; eindrucksvoll; energisch; enorm; fabelhaft; fett; formidabel; furchterregend; gewaltig; gigantisch; grandios; groß; großartig; gähnend; herrschaftlich; himmelweit; hochgewachsen; immens; imponierend; imposant; irre; kapital; kolossal; lebensgroß; mächtig; riesenhaft; riesig; scharf; schwer; schwerverdaulich; stark; titanisch; toll; triumphal; unaussprechlich; unermeßlich; ungeheuer; unglaublich; überwältigend
immense	Sehrgrosmäsig; enorm; fabelhaft; flink; gewaltig; gigantisch; groß; großartig; himmelweit; hoch; immens; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; titanisch; toll; unermeßlich	eindrucksvoll; endlos; enorm; fabelhaft; gewaltig; gigantisch; grandios; grossartig; groß; großartig; himmelweit; immens; imponierend; imposant; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; stark; titanisch; toll; triumphal; unabsehbar; unermeßlich; ungeheuer; unübersehbar; überwältigend
ingenious	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; spitzfindig; witzig	aufgeweckt; ausgekocht; ausgelernt; behende; erfinderisch; fachmännisch; fähig; geistreich; gekonnt; genial; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlau; sinnreich; tüchtig; vernünftig
intelligent	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; spitzfindig; witzig	brillant; einsichtsvoll; gebildet; gelehrt; genial; gescheit; geschickt; geschult; hochgelehrt; intelligent; klug; sachverständig; scharfsinnig; schlau; vernünftig; weise
neat	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	angemessen; ansehnlich; aufgeräumt; ausgelassen; begeistert; brav; dezent; fröhlich; geordent; geordnet; gepflegt; geschickt; gewandt; geübt; handlich; heiter; herb; hygienisch; höflich; klug; korrekt; lustig; munter; ordentlich; pfiffig; raffiniert; rein; reinlich; respektabel; sauber; sauber und rein; scharfsinnig; schlau; sittsam; spitzfindig; tadellos; tauglich; treffend; tugendhaft; tüchtig; züchtig
nimble	flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell	gerieben; geschickt; gewandt; geübt; handlich; im Trend; klug; leichtfüßig; modisch; pfiffig; raffiniert; scharfsinnig; schick; schlau; schnellfüßig; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
nimble-fingered	behende; flink; geschwind; rasch
perky	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; dreist; durchtrieben; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; geübt; glatt; helle; klug; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schneidig; spitzfindig; verschmitzt
prompt	auf der Stelle; direkt; flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell; sofortig	frühzeitig; gelegen; pünktlich; rechtzeitig
quick	auf der Stelle; direkt; flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell; sofortig
rapid	auf der Stelle; direkt; flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell; sofortig	auf einmal; aufgeweckt; lebendig; lebhaft; munter; plötzlich; quick; schlagartig; unerwartet; unvermittelt; unversehens; wach; wacker
resourceful	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; dreist; durchtrieben; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; geübt; glatt; helle; klug; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schneidig; spitzfindig; verschmitzt	ausgekocht; clever; erfinderisch; fachmännisch; gekonnt; genial; gerissen; gescheit; klug; kundig; listig; pfiffig; sachverständig; scharfsinnig; sinnreich; spitzfindig; vernünftig
sagacious	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; spitzfindig; witzig
shrewd	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; spitzfindig; witzig	ausgekocht; berechnend; bösartig; böse; clever; doppelzüngig; durchtrieben; eigennützig; falsch; gehässig; gemein; gerieben; gerissen; geschliffen; gewandt; gewichst; gewieft; gewiegt; glatt; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; listig; niederträchtig; pfiffig; raffiniert; schlau; schuftig; schurkisch; spitzfindig; tückisch; verräterisch; verschlagen; verschmitzt; verstohlen
skilful	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; geschwind; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; hastig; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; rasch; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schleunig; schnell; spitzfindig; witzig	aufgeweckt; ausgelernt; behende; bewandert; erfahren; fachmännisch; fähig; geistreich; gekonnt; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; meisterhaft; pfiffig; raffiniert; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
skillful	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; geschwind; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; hastig; hinterlistig; intelligent; klug; listig; nett; pfiffig; rasch; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schleunig; schnell; spitzfindig; witzig	aufgeweckt; ausgelernt; behende; bewandert; erfahren; fachmännisch; fähig; geistreich; gekonnt; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; meisterhaft; pfiffig; raffiniert; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig
smart	aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; clever; dreist; durchtrieben; flink; flott; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; glatt; helle

Synoniemen voor "flink":

agil; beweglich; biegsam; elastisch; flexibel; gewandt; mobil; unter Dampf stehen; variabel; wendig
behänd; behände

Wiktionary: flink

flink

adjective

schnell und behende; flott
- flink → nimble

flink

adjective

quick and light in movement or action
- nimble → behänd; flink; wendig; schnell; gelenkig
agile; flexible
- dexterous → flink; agile; flexibel
quick in physical movement
- active → gewandt; flink

adverb

in a deft manner
- deftly → flink; gewandt

Cross Translation:

From	To	Via
• flink	→ rapidly; quickly	↔ vlug — met hoge snelheid, in korte tijd
• flink	→ rapid; quick	↔ vlug — met hoge snelheid
• flink	→ active; alert; brisk; keen; adroit; lively; sprightly; spirited; vigorous; perky; spry; in action; assets	↔ actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
• flink	→ vigilant	↔ vigilant — Qui veille avec attention.

Remove Ads

Vertaal flink van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor flink (Duits) in het Engels

flink:

flink bijvoeglijk naamwoord

flink (rasch; schnell; geschwind; schleunig; hastig)

flink (Sehrgrosmäsig; groß; gewaltig; gigantisch; unermeßlich; titanisch; toll; hoch; riesig; irre; fabelhaft; großartig; kapital; enorm; riesenhaft; immens; kolossal; himmelweit)

flink (geschwind; direkt; sofortig; auf der Stelle; rasch; schnell; schleunig; hastig)

flink (aufgeweckt; schlagfertig; pfiffig; spitzfindig; gewichst; scharfsinnig; schlau; geschickt; flott; ausgekocht; gescheit; gerissen; dreist; behende; klug; glatt; gewandt; clever; verschmitzt; durchtrieben; ausgeschlafen; helle; geübt; schneidig)

flink (rasch; geschwind; behende)

flink (intelligent; klug; nett; gewichst; witzig; clever; pfiffig; schlau; geschickt; gewiegt; gescheit; schlagfertig; geübt; flott; aufgeweckt; spitzfindig; gerissen; hinterlistig; behende; scharfsinnig; ausgeschlafen; gewandt; listig; ausgekocht)

Vertaal Matrix voor flink:

Synoniemen voor "flink":

Wiktionary: flink