Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fleischig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fleischig (Duits) in het Engels

fleischig:

fleischig bijvoeglijk naamwoord

  1. fleischig
    fleshy; meaty
    • fleshy bijvoeglijk naamwoord
    • meaty bijvoeglijk naamwoord
  2. fleischig
    plump
    • plump bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor fleischig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fleshy fleischig
meaty fleischig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plump fleischig aufgebauscht; aufgedunsen; ausgestopft; gespannt; gewölbt; grob; kugelformig; mollig; nicht elegant; plump; prall; pummelig; rund; rundlich; vollschlank; weich; wohlgetan

Wiktionary: fleischig

fleischig
adjective
  1. (Körper-)Teile von Menschen, Tieren und Pflanzen beschreibend: mit viel Fleisch daran; dick oder massig
fleischig
adjective
  1. of, relating to, or containing meat
  2. having considerable flesh
  3. of, relating to, or resembling flesh
  4. containing beef
  5. similar to beef