Fest in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

fest:
- staunch; firm; aloud; out loud; substantial; solid; stable; stout; punish; severe; stiff; reliable; durable; sound; drastic; vigorous; energetic; powerful; potent; forceful; strong; inherent; deep rooted
Wiktionary:
- fest → firm, hard, stable, permanent, fixed, solid, fast, constant
- fest → firmly, fast
- fest → firm, hard, solid, unflinching, stiff, resolute, determined, steadfast, fixed, set, permanent, perennial, everlasting, eternal, perpetual, constant, invariable, inveterate, uninterrupted, unceasing, continuous, continual, enduring, standing, abiding, robust, sturdy, burly, resistant, rugged, strong, tough, able-bodied

Duits

Uitgebreide vertaling voor fest (Duits) in het Engels

fest:

fest bijvoeglijk naamwoord

fest (dauerhaft)
staunch; firm
- staunch bijvoeglijk naamwoord
- firm bijvoeglijk naamwoord
fest (laut; hart; schnell; schwierig; streng; lauthals; steif; herb; kaltblütig; sauer; lautstark; lärmend; schrill; unsanft; tosend; gefühllos; hörbar; geräuschvoll)
aloud; out loud
- aloud bijwoord
- out loud bijwoord
fest (solide; zuverlässig; gediegen; robust; dauerhaft; kräftig; tauglich; stabil; handfest)
substantial; firm; solid; stable; stout
- substantial bijvoeglijk naamwoord
- firm bijvoeglijk naamwoord
- solid bijvoeglijk naamwoord
- stable bijvoeglijk naamwoord
- stout bijvoeglijk naamwoord
fest (straff; eisern; streng; handfest)
punish; severe; stiff
- punish bijvoeglijk naamwoord
- severe bijvoeglijk naamwoord
- stiff bijvoeglijk naamwoord
fest (rechtschaffen; zuverlässig; gründlich; solide; dauerhaft; tauglich; gediegen; tüchtig; stabil; solid; handfest; kräftig; robust; effektiv)
reliable; solid; substantial; durable; sound
- reliable bijvoeglijk naamwoord
- solid bijvoeglijk naamwoord
- substantial bijvoeglijk naamwoord
- durable bijvoeglijk naamwoord
- sound bijvoeglijk naamwoord
fest (kräftig; drastisch; durchgreifend; entschieden; energisch; entschlossen; intensiv)
drastic; vigorous; energetic; powerful; potent; forceful; strong
- drastic bijvoeglijk naamwoord
- vigorous bijvoeglijk naamwoord
- energetic bijvoeglijk naamwoord
- powerful bijvoeglijk naamwoord
- potent bijvoeglijk naamwoord
- forceful bijvoeglijk naamwoord
- strong bijvoeglijk naamwoord
fest (tiefgewurzelt)
inherent
– existing as an essential constituent or characteristic ¹
- inherent bijvoeglijk naamwoord
deep rooted
– (used especially of ideas or principles) deeply rooted; firmly fixed or held ¹
- deep rooted bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor fest:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
firm		Betrieb; Firma; Genossenschaft; Geschäftsbetrieb; Geschäftshaus; Gesellschaftsfirma; Handelshaus; Handelsunternehmen; Holding; Holdinggesellschaft; Unternehmen
sound		Geräusch; Klang; Klangfarbe; Laut; Meerenge; Meeresstraße; Seestraße; Timbre; Ton
stable		Gestüt; Pferdestall; Stall
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
punish		bestrafen; kasteien; strafen; züchtigen
sound		anrufen; bimmeln; echoen; glockenläuten; hallen; klingeln; klingen; klöppeln; läuten; schallen; schellen; sondieren; telefonieren; widerhallen; widerschallen
stable		in den Stall bringen; stallen
staunch		Blut stillen; stillen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drastic	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig	drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; extrem; forsch; kraftvoll; kräftig; radikal; tatkräftig
durable	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig	dauerhaft; haltbar; unverwüstlich; unzerstörbar
energetic	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig	aktiv; aufgeweckt; betriebsam; beweglich; dehnbar; drastisch; durchgreifend; eifrig; eingehend; elastisch; energetisch; energisch; entschieden; entschlossen; federnd; forsch; gelenkig; gummiartig; kraftvoll; kräftig; lebendig; lebhaft; munter; quick; schlagfertig; spannkräftig; tatkräftig; zugreifend
forceful	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig	drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; rüstig; stämmig; tatkräftig; vierschrötig
inherent	fest; tiefgewurzelt	angeboren; anhaftend
potent	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig	drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; mit einer kräftigen Auswirkung; tatkräftig
reliable	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig	akzeptabel; ausgelassen; begeistert; betriebssicher; effektiv; fröhlich; gediegen; glaubhaft; glaubwürdig; gründlich; heiter; lustig; munter; plausibel; rechtschaffen; solid; solide; tüchtig; zuverlässig; überzeugend
severe	eisern; fest; handfest; straff; streng	ernst; ernsthaft; erregt; feierlich; feurig; gereizt; gewaltsam; hart; heftig; herrisch; hitzig; inbrünstig; intensiv; kräftig; schlimm; seriös; stark; streng; wahrhaftig
solid	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig	begründet; berechtigt; derb; effektiv; eisern; forsch; gediegen; gründlich; kraftvoll; kräftig; plausibel; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; stichhaltig; tüchtig; zuverlässig
sound	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig	begründet; berechtigt; effektiv; gediegen; gründlich; kreditfähig; kreditwürdig; plausibel; rechtschaffen; solid; solide; solvabel; solvent; stichhaltig; tüchtig; zahlungsfähig; zuverlässig
stable	dauerhaft; fest; gediegen; handfest; kräftig; robust; solide; stabil; tauglich; zuverlässig	ausgeglichen; beständig; dauerhaft; gelassen; gleichbleibend; gleichmäßig; harmonisch; regelmäßig; robust; solide; stabil; stark; stationär; turnusmäßig; unabänderlich; unveränderlich; wiederholt
staunch	dauerhaft; fest	beharrlich; beständig; dauerhaft; eisern; sicher; standhaft; unerschütterlich
stout	dauerhaft; fest; gediegen; handfest; kräftig; robust; solide; stabil; tauglich; zuverlässig	beleibt; derb; dick; dickleibig; drastisch; durchgreifend; eingehend; eisern; energisch; entschieden; entschlossen; fett; forsch; gediegen; groß; korpulent; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil; stark; stattlich; stämmig; tatkräftig; umfangreich; wohlbeleibt
strong	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig	derb; drastisch; durchgreifend; eingehend; eisern; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; feurig; forsch; gediegen; gereizt; gewaltsam; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; kraftvoll; kräftig; reich an Alkohol; robust; schlimm; sehr alkoholhaltig; solide; stabil; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig
substantial	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig	ansehnlich; anständig; beachtenswert; beachtlich; bedeutend; bemerkenswert; beträchtlich; erheblich; hervorspringend; merklich; nennenswerte; ordentlich; riesig; rundlich; schwer; sichtbar; spürbar; stattlich; stramm; tapfer; tüchtig; wesentlich; wichtige; wohlgetan; ziemlich
vigorous	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig	anmaßend; aufgebläht; aufgeweckt; drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; grandios; großartig; großzügig; gönnerhaft; hervorragend; kraftvoll; kräftig; lebendig; lebenskräftig; lebhaft; munter; ruhmreich; schlagfertig; selbstgefällig; stark; stattlich; stolz; stramm; stämmig; tatkräftig; trotzig; vital
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aloud	fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft	aus vollem Halse; aus voller Kehle; geräuschvoll; laut; lauthals; lautstark; lärmend
out loud	fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft	aus vollem Halse; aus voller Kehle; geräuschvoll; lauthals; lautstark
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deep rooted	fest; tiefgewurzelt
firm	dauerhaft; fest; gediegen; handfest; kräftig; robust; solide; stabil; tauglich; zuverlässig	beharrlich; beständig; dauerhaft; eisern; energisch; entschieden; entschlossen; entschlußfähig; fest beschlossen; sicher; standhaft; tatkräftig; unerschütterlich
powerful	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig	drastisch; durchgreifend; einflußreich; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; formidabel; forsch; großartig; kraftvoll; kräftig; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig
punish	eisern; fest; handfest; straff; streng
stiff	eisern; fest; handfest; straff; streng	abgespannt; beharrlich; beständig; bäuerisch; dauerhaft; dünn; eckig; eine heftige Debatte; eisern; entspannt; erstarrt; flau; flegelhaft; gebrechlich; gezalzenes; grob; grobschlächtig; hauteng; heftige; hilflos; hinfällig; hölzern; kantig; kraftlos; krankhaft; kränklich; lahm; lasch; lustlos; lästig; mißlich; nicht einfach; prall; rauh; schlacksig; schlaff; schlapp; schlechtgelaunt ohne Grund; schneidig; schwerfällig; schwächlich; sicher; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; stümperhaft; taktlos; tapprig; tapsig; täppisch; tölpelhaft; umbequem; unbehaglich; unbeholfen; unbeugsam; unerschütterlich; ungehobelt; ungelenk; ungeschickt; ungeschlacht; unhandlich; unverwandt; weich; welk; wässerig

Synoniemen voor "fest":

straff; stramm
belastbar; ehern; haltbar; kräftig; robust; stabil; stark; stattlich; taff; zäh
hold; unverzagt; wacker
dicht; eng; massiv
felsenfest; unerschütterlich; unnachgiebig
konsistent
hart; knallhart; knüppelhart; standhaft
fix; steht fest
starr; steif; verkrampft; verspannt
deftig; herzhaft; ordentlich; würzig

Wiktionary: fest

fest

adjective

übertragen: sicher, gebunden, stabil, auf solider Grundlage
- fest → firm
übertragen: unveränderbar, unverrückbar, unabänderbar
- fest → firm
vollkommen, vollständig, energisch, von hoch Intensität, Stärke, mit großer Macht, Wucht
- fest → hard
haltbar, Widerstand gebend oder bietend, eine große, hoch Dichte aufweisend
- fest → hard; stable
örtlich unveränderbar und unverändert
- fest → permanent; fixed
dauernd, zeitlich unveränderbar
- fest → permanent; fixed
Physik: wie ein Festkörper; nicht gasförmig oder flüssig
- fest → solid

fest

adjective

resistant to pressure
- hard → hart; fest
solid, rigid (material state)
- firm → fest
firmly or securely fixed in place
- fast → fest
steady
- constant → konstant; fest
in the solid state
- solid → fest
large, massive
- solid → fest; massiv

adverb

securely
- firmly → fest
in a firm or definite or strong manner
- firmly → sicher; fest
in a firm or secure manner
- fast → fest

Cross Translation:

From	To	Via
• fest	→ firm; hard; solid; unflinching; stiff	↔ ferme — Qui a de la consistance, de la dureté.
• fest	→ firm; resolute; determined; steadfast	↔ ferme — Défendre son sentiment, être immuable dans sa résolution.
• fest	→ fixed; set	↔ fixe — immobile.
• fest	→ permanent; perennial; everlasting; eternal; perpetual; constant; invariable; inveterate; uninterrupted; unceasing; continuous; continual; enduring; steadfast; standing; abiding	↔ permanent — Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment.
• fest	→ robust; sturdy; burly; resistant; rugged; solid; strong; tough; firm; able-bodied	↔ robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.

Verwante vertalingen van fest

Remove Ads

Vertaal fest van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor fest (Duits) in het Engels

fest:

fest bijvoeglijk naamwoord

fest (dauerhaft)

fest (laut; hart; schnell; schwierig; streng; lauthals; steif; herb; kaltblütig; sauer; lautstark; lärmend; schrill; unsanft; tosend; gefühllos; hörbar; geräuschvoll)

fest (solide; zuverlässig; gediegen; robust; dauerhaft; kräftig; tauglich; stabil; handfest)

fest (straff; eisern; streng; handfest)

fest (rechtschaffen; zuverlässig; gründlich; solide; dauerhaft; tauglich; gediegen; tüchtig; stabil; solid; handfest; kräftig; robust; effektiv)

fest (kräftig; drastisch; durchgreifend; entschieden; energisch; entschlossen; intensiv)

fest (tiefgewurzelt)

Vertaal Matrix voor fest:

Synoniemen voor "fest":

Wiktionary: fest

Verwante vertalingen van fest