Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. feilbieten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor feilbieten (Duits) in het Engels

feilbieten:

feilbieten werkwoord (feilbiete, feilbietest, feilbietet, feilbot, feilbotet, feilgeboten)

  1. feilbieten (darbieten; präsentieren; vorzeigen; )
    to display
    • display werkwoord (displaies, displayed, displaying)
  2. feilbieten (hausieren; handeln; anbieten; verkaufen)
    to peddle
    • peddle werkwoord (peddles, peddled, peddling)
  3. feilbieten (verhandeln; verkaufen; veräußern; )
    to sell; to handle; to deal in; to hawk; to peddle; to push
    • sell werkwoord (sells, sold, selling)
    • handle werkwoord (handles, handled, handling)
    • deal in werkwoord (deals in, dealt in, dealing in)
    • hawk werkwoord (hawks, hawked, hawking)
    • peddle werkwoord (peddles, peddled, peddling)
    • push werkwoord (pushes, pushed, pushing)

Conjugations for feilbieten:

Präsens
  1. feilbiete
  2. feilbietest
  3. feilbietet
  4. feilbieten
  5. feilbietet
  6. feilbieten
Imperfekt
  1. feilbot
  2. feilbotest
  3. feilbot
  4. feilboten
  5. feilbotet
  6. feilboten
Perfekt
  1. habe feilgeboten
  2. hast feilgeboten
  3. hat feilgeboten
  4. haben feilgeboten
  5. habt feilgeboten
  6. haben feilgeboten
1. Konjunktiv [1]
  1. feilbiete
  2. feilbietest
  3. feilbiete
  4. feilbieten
  5. feilbietet
  6. feilbieten
2. Konjunktiv
  1. feilböte
  2. feilbötest
  3. feilböte
  4. feilböten
  5. feilbötet
  6. feilböten
Futur 1
  1. werde feilbieten
  2. wirst feilbieten
  3. wird feilbieten
  4. werden feilbieten
  5. werdet feilbieten
  6. werden feilbieten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde feilbieten
  2. würdest feilbieten
  3. würde feilbieten
  4. würden feilbieten
  5. würdet feilbieten
  6. würden feilbieten
Diverses
  1. feilbiete!
  2. feilbietet!
  3. feilbieten Sie!
  4. feilgeboten
  5. feilbietend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor feilbieten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
display Anzeige; Anzeigegerät; Aushang; Auslage; Bildschirm; Monitor; Schirm
handle Gehhilfe; Griff; Handgriff; Handle; Henkel; Ohr; Stiel; Tassenohr; Türgriff; Ziehpunkt
hawk Falke; Habicht
push Anprall; Anstoß; Bums; Drücker; Knopf; Puff; Push; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deal in auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern
display anbieten; darbieten; feilbieten; präsentieren; vorführen; vorstellen; vorzeigen; zeigen anzeigen; aushängen; ausstellen; darbieten; darstellen; entschleiern; erleuchten; eröffnen; freigeben; hervorbringen; kundgeben; offenbaren; prunken; präsentieren; vorführen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zur Schau stellen; öffnen
handle auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern abfertigen; abhandeln; anwenden; begegnen; behandeln; benutzen; einklarieren; einsetzen; gebrauchen; handhaben; hantieren; verwenden
hawk auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern auf der Straße verkaufen; kolportieren
peddle anbieten; auktionieren; feilbieten; handeln; hausieren; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern
push auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern aufschieben; avancieren; befördern; dringen; knuffen; mithilfe von Push übertragen; puffen; schieben; stoßen; verrücken; verschieben; weiterschieben
sell auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern etwas verkaufen; verkaufen; verschleißen

Synoniemen voor "feilbieten":