Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal erzwingen

Vertaal erzwingen van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. erzwingen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor erzwingen (Duits) in het Engels

erzwingen:

erzwingen werkwoord (erzwinge, erzwingst, erzwint, erzwang, erzwangt, erzwungen)

  1. erzwingen (erpressen; abzwingen; abnötigen)
    to extort; to blackmail
    • extort werkwoord (extorts, extorted, extorting)
    • blackmail werkwoord (blackmails, blackmailed, blackmailing)
  2. erzwingen (erpressen; abzwingen; abnötigen)
    to enforce
    • enforce werkwoord (enforces, enforced, enforcing)
  3. erzwingen (pressen; forcieren; befehlen; gebieten)
    to force; coerce
    – to cause to do through pressure or necessity, by physical, moral or intellectual means : 1
    • force werkwoord (forces, forced, forcing)
      • She forced him to take a job in the city1
    • coerce werkwoord
    to compel; to oblige
    • compel werkwoord (compels, compelled, compelling)
    • oblige werkwoord (obliges, obliged, obliging)
  4. erzwingen (unter Druck setzen; erpressen; abzwingen; einschüchtern; abnötigen)
    to overawe; to intimidate; to browbeat
    • overawe werkwoord (overawes, overawed, overawing)
    • intimidate werkwoord (intimidates, intimidated, intimidating)
    • browbeat werkwoord (browbeats, browbeated, browbeating)
  5. erzwingen (Gewalt gebrauchen)
    use force; to assault
  6. erzwingen
    to force
    – In programming, to perform a particular action that would normally not occur. The term is most often used in the context of forcing data to be within a particular range of values-for example, forcing a divisor to be nonzero. 2
    • force werkwoord (forces, forced, forcing)

Conjugations for erzwingen:

Präsens
  1. erzwinge
  2. erzwingst
  3. erzwint
  4. erzwingen
  5. erzwingt
  6. erzwingen
Imperfekt
  1. erzwang
  2. erzwangst
  3. erzwang
  4. erzwangen
  5. erzwangt
  6. erzwangen
Perfekt
  1. habe erzwungen
  2. hast erzwungen
  3. hat erzwungen
  4. haben erzwungen
  5. habt erzwungen
  6. haben erzwungen
1. Konjunktiv [1]
  1. erzwinge
  2. erzwingest
  3. erzwinge
  4. erzwingen
  5. erzwinget
  6. erzwingen
2. Konjunktiv
  1. erzwänge
  2. erzwängest
  3. erzwänge
  4. erzwängen
  5. erzwänget
  6. erzwängen
Futur 1
  1. werde erzwingen
  2. wirst erzwingen
  3. wird erzwingen
  4. werden erzwingen
  5. werdet erzwingen
  6. werden erzwingen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde erzwingen
  2. würdest erzwingen
  3. würde erzwingen
  4. würden erzwingen
  5. würdet erzwingen
  6. würden erzwingen
Diverses
  1. erzwing!
  2. erzwingt!
  3. erzwingen Sie!
  5. erzwungen
  6. erzwingend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erzwingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assault Anfallen; Angreifen; Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Raubüberfall; Sturmangriff; Sturmlauf; Vergewaltigung; Überfall
blackmail Chantage; Erpressung
force Angestellten; Antrieb; Antriebskraft; Arbeitskraft; Armee; Aufdrängen; Gewalt; Heer; Heeresmacht; Kraft; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Macht; Militär; Motor; Personal; Streitmacht; Stärke; Triebkraft
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assault Gewalt gebrauchen; erzwingen anfallen; angreifen; anstürmen; belagern; belästigen; bestürmen; mißhandeln; notzüchten; quälen; vergewaltigen
blackmail abnötigen; abzwingen; erpressen; erzwingen
browbeat abnötigen; abzwingen; einschüchtern; erpressen; erzwingen; unter Druck setzen an der Kandare haben; an der Kandare halten; einschüchtern; streng behandeln; terrorisieren; tyrannisieren
coerce befehlen; erzwingen; forcieren; gebieten; pressen
compel befehlen; erzwingen; forcieren; gebieten; pressen forcieren; genötigt sein zu; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
enforce abnötigen; abzwingen; erpressen; erzwingen anwenden; benutzen; einsetzen; gebrauchen; handhaben; hantieren; verwenden
extort abnötigen; abzwingen; erpressen; erzwingen abtrennen; ausladen; entreißen; entziehen
force befehlen; erzwingen; forcieren; gebieten; pressen andringen; beauftragen; befehlen; dringen; durchführen; durchsetzen; forcieren; genötigt sein zu; kommandieren; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
intimidate abnötigen; abzwingen; einschüchtern; erpressen; erzwingen; unter Druck setzen einschüchtern; terrorisieren; tyrannisieren
oblige befehlen; erzwingen; forcieren; gebieten; pressen dienen; forcieren; genötigt sein zu; helfen; mithelfen; nötigen; pressen; verpflichten; zwingen; zwängen
overawe abnötigen; abzwingen; einschüchtern; erpressen; erzwingen; unter Druck setzen einschüchtern; terrorisieren; tyrannisieren
use force Gewalt gebrauchen; erzwingen

Synoniemen voor "erzwingen":


Wiktionary: erzwingen

erzwingen
verb
  1. etwas (von jemandem) mit Zwang oder psychischem Druck erreichen
erzwingen
verb
  1. cause to occur, overcoming resistance
Cross Translation:
FromToVia
• erzwingen → force ↔ forceren — een beslissing afdwingen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1147 seconde
Page rendered in 1.0 seconds