Ersparen in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

ersparen:
- save; spare; economize; moderate; have left; economise; use less
Wiktionary:
- ersparen → save, spare, economize, economise

Duits

Uitgebreide vertaling voor ersparen (Duits) in het Engels

ersparen:

ersparen werkwoord

ersparen (einschränken; kürzertreten; sicheinschränken; die Ausgaben einschränken; sparsamerleben)
to save; to spare; to economize; to moderate; to have left; to economise
- save werkwoord (saves, saved, saving)
- spare werkwoord (spares, spared, sparing)
- economize werkwoord, Amerikaans (economizes, economized, economizing)
- moderate werkwoord (moderates, moderated, moderating)
- have left werkwoord (has left, had left, having left)
- economise werkwoord, Brits
ersparen (die Ausgaben einschränken; sparen)
to moderate; to economize; use less; to economise
- moderate werkwoord (moderates, moderated, moderating)
- economize werkwoord, Amerikaans (economizes, economized, economizing)
- use less werkwoord
- economise werkwoord, Brits

Vertaal Matrix voor ersparen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spare		Ersatz; Reserve; Reserven
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
economise	die Ausgaben einschränken; einschränken; ersparen; kürzertreten; sicheinschränken; sparen; sparsamerleben	die Ausgaben einschränken; einschränken; mindern; reduzieren; sich einschränken; sparen; sparsamer leben; vermindern
economize	die Ausgaben einschränken; einschränken; ersparen; kürzertreten; sicheinschränken; sparen; sparsamerleben	die Ausgaben einschränken; einschränken; mindern; reduzieren; sich einschränken; sparen; sparsamer leben; vermindern
have left	die Ausgaben einschränken; einschränken; ersparen; kürzertreten; sicheinschränken; sparsamerleben	übrigbehalten; übrighaben
moderate	die Ausgaben einschränken; einschränken; ersparen; kürzertreten; sicheinschränken; sparen; sparsamerleben	beherrschen; beschwichtigen; bezwingen; dämpfen; mit Masse benutzen; mässigen; sich beruhigen; sich fassen; sich mäßigen; simplifizieren; temperieren; vereinfachen
save	die Ausgaben einschränken; einschränken; ersparen; kürzertreten; sicheinschränken; sparsamerleben	Geld auf der Bank tun; Schutz bieten; ablegen; abschießen; abschirmen; abstellen; achten; ansammeln; aufbewahren; aufheben; betten; bewahren; die Ausgaben einschränken; einschränken; einstallen; einstellen; erhalten; fortsetzen; hegen; hinlegen; hüten; instandhalten; mindern; reduzieren; retten; sammeln; scharen; schützen; sich einschränken; sparen; sparsamer leben; speichern; unterstellen; vermindern; versammeln; verschonen; wahren; weglegen; zurücklegen; übrigbehalten
spare	die Ausgaben einschränken; einschränken; ersparen; kürzertreten; sicheinschränken; sparsamerleben	Geld auf der Bank tun; achten; ansammeln; aufbewahren; sammeln; scharen; sparen; versammeln; verschonen; übrigbehalten
use less	die Ausgaben einschränken; ersparen; sparen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
moderate		anständig; ehrlich; fair; gemäßigt; korrekt; maßvoll; mittelmäßig; moderat; redlich
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
save		ausgeschloßen; ausschließlich; unter Ausschluß von

Synoniemen voor "ersparen":

verschonen

Wiktionary: ersparen

Cross Translation:

From	To	Via
• ersparen	→ save; spare; economize; economise	↔ économiser — dépenser avec ménagement, avec le souci d’épargner.
• ersparen	→ save	↔ épargner — Ménager quelque chose, ne l’employer qu’avec réserve.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal ersparen van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor ersparen (Duits) in het Engels

ersparen:

ersparen werkwoord

ersparen (einschränken; kürzertreten; sicheinschränken; die Ausgaben einschränken; sparsamerleben)

ersparen (die Ausgaben einschränken; sparen)

Vertaal Matrix voor ersparen:

Synoniemen voor "ersparen":

Wiktionary: ersparen