Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- einzeln:
-
Wiktionary:
- einzeln → single, odd, lone, individual, discrete, separate, solo
- einzeln → individually
- einzeln → particular, special, distinct, distinctive
Duits
Uitgebreide vertaling voor einzeln (Duits) in het Engels
einzeln:
-
einzeln (absonderlich; freistehend; abgeschieden; getrennt; separat; abgesondert; apart; gesondert)
separate; free-standing; on its own; isolated; apart; solo-
separate bijvoeglijk naamwoord
-
free-standing bijvoeglijk naamwoord
-
on its own bijvoeglijk naamwoord
-
isolated bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
solo bijvoeglijk naamwoord
-
-
einzeln (freistehend; separat; abgesondert; gesondert; getrennt; einzelstehend; alleinstehend; jeder für sich; vereinzelt)
separate; free-standing; on its own; isolated-
separate bijvoeglijk naamwoord
-
free-standing bijvoeglijk naamwoord
-
on its own bijvoeglijk naamwoord
-
isolated bijvoeglijk naamwoord
-
-
einzeln (individuell)
individual-
individual bijvoeglijk naamwoord
-
-
einzeln (stückweise; per Stück; eins nach dem andern)
a piece; by the piece; one by one; one after the other; one at a time-
a piece bijvoeglijk naamwoord
-
by the piece bijwoord
-
one by one bijwoord
-
one after the other bijvoeglijk naamwoord
-
one at a time bijwoord
-
Vertaal Matrix voor einzeln:
Synoniemen voor "einzeln":
Wiktionary: einzeln
einzeln
einzeln
Cross Translation:
adjective
-
not having a mate
-
having no companion
-
relating to a single person or thing
-
-
-
apart from; not connected to
-
not accompanied by anything else
-
without a companion or instructor
-
separately, independently
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• einzeln | → particular; special; distinct; distinctive | ↔ particulier — Qui présente une caractéristique spéciale, qui appartenir, proprement et singulièrement, à certaines personnes ou à certaines choses; qui n’est point commun à d’autres personnes, à d’autres choses de même espèce. |