Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal danebengehen

Vertaal danebengehen van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

danebengehen:
- fail; flop; go wrong; meet with disaster; fall flat; lose one's face

Duits

Uitgebreide vertaling voor danebengehen (Duits) in het Engels

danebengehen:

danebengehen werkwoord

danebengehen (abgehen; mißlingen; fehlschlagen; scheitern; schiefgehen; irren; mißraten; auffliegen)
to fail; to flop; to go wrong; to meet with disaster; to fall flat; lose one's face
- fail werkwoord (fails, failed, failing)
- flop werkwoord (flops, flopped, flopping)
- go wrong werkwoord (goes wrong, went wrong, going wrong)
- meet with disaster werkwoord (meets with disaster, met with disaster, meeting with disaster)
- fall flat werkwoord (falls flat, fell flat, falling flat)
- lose one's face werkwoord

Vertaal Matrix voor danebengehen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flop		Blamage; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Mißerfolg; Mißlingen; Pleite; Reinfall; Scheitern
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fail	abgehen; auffliegen; danebengehen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen	enttäuschen; nicht beantworten an das was man erwartet; schiefgehen; sitzen bleiben; sterben; umkommen; untergehen; vergehen; verunglücken
fall flat	abgehen; auffliegen; danebengehen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen	ausrutschen; fallen; glitschen; rutschen
flop	abgehen; auffliegen; danebengehen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen	hinschmeißen; schmeißen
go wrong	abgehen; auffliegen; danebengehen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen
lose one's face	abgehen; auffliegen; danebengehen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen
meet with disaster	abgehen; auffliegen; danebengehen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen	schiefgehen; sterben; umkommen; untergehen; vergehen; verunglücken
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
go wrong		in die Brüche; kaputt

Synoniemen voor "danebengehen":

fallieren; fehlgehen; fehlschlagen; in die Binsen gehen; in die Hose gehen; missglücken; misslingen; nicht zu Stande kommen; nicht zustande kommen; scheitern; schiefgehen; schieflaufen

Computer vertaling door derden: