Duits
Uitgebreide vertaling voor besoffen (Duits) in het Engels
besoffen:
-
besoffen (betrunken; völlig betrunken; blau; sinnlos betrunken; stockbesoffen; stockbetrunken; schwer betrunken)
-
besoffen (idiotisch; blödsinnig)
loaded; blind drunk; dead drunk-
loaded bijvoeglijk naamwoord
-
blind drunk bijvoeglijk naamwoord
-
dead drunk bijvoeglijk naamwoord
-
-
besoffen (betrunken)
intoxicated; under the influence; tipsy; under the weather; drunk-
intoxicated bijvoeglijk naamwoord
-
under the influence bijvoeglijk naamwoord
-
tipsy bijvoeglijk naamwoord
-
under the weather bijvoeglijk naamwoord
-
drunk bijvoeglijk naamwoord
-
-
besoffen (angeheitert; betrunken; benebelt; blau; angesäuselt; stock besoffen; stock betrunken; voll; berauscht; duselig; schwer betrunken; völlig betrunken; besäuselt)
tipsy; boozed; inebriated; intoxicated; half drunk-
tipsy bijvoeglijk naamwoord
-
boozed bijvoeglijk naamwoord
-
inebriated bijvoeglijk naamwoord
-
intoxicated bijvoeglijk naamwoord
-
half drunk bijvoeglijk naamwoord
-
-
besoffen (schwerbetrunken; benebelt; stockbesoffen; voll; blau; betrunken; sinnlos betrunken; stockbetrunken; völlig betrunken)
drunken; thoroughly plastered; as tight as a drum; completely drunk; soaked; dead drunk; pissed-
drunken bijvoeglijk naamwoord
-
thoroughly plastered bijvoeglijk naamwoord
-
as tight as a drum bijvoeglijk naamwoord
-
completely drunk bijvoeglijk naamwoord
-
soaked bijvoeglijk naamwoord
-
dead drunk bijvoeglijk naamwoord
-
pissed bijvoeglijk naamwoord
-