Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal berichtigen

Vertaal berichtigen van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. berichtigen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor berichtigen (Duits) in het Engels

berichtigen:

berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)

  1. berichtigen (überarbeiten; revidieren; nochmals schreiben)
    to revise; to edit; to rewrite
    • revise werkwoord (revises, revised, revising)
    • edit werkwoord (edits, edited, editing)
    • rewrite werkwoord (rewrites, rewrote, rewriting)
  2. berichtigen (verbessern; korrigieren; aufbessern; bessern)
    to correct; to rectify; to put straight; to set right
    • correct werkwoord (corrects, corrected, correcting)
    • rectify werkwoord (rectifies, rectified, rectifying)
    • put straight werkwoord (puts straight, put straight, putting straight)
    • set right werkwoord (sets right, set right, setting right)
  3. berichtigen (revidieren; überprüfen; korrigieren; reformieren; abändern)
    to revise; to review; to amend; to alter
    • revise werkwoord (revises, revised, revising)
    • review werkwoord (reviews, reviewed, reviewing)
    • amend werkwoord (amends, amended, amending)
    • alter werkwoord (alters, altered, altering)
  4. berichtigen (vervollständigen; komplettieren; vollenden; )
    to complete; to finish; to perfect; to make better; to better
    • complete werkwoord (completes, completed, completing)
    • finish werkwoord (finishes, finished, finishing)
    • perfect werkwoord (perfects, perfected, perfecting)
    • make better werkwoord (makes better, made better, making better)
    • better werkwoord (betters, bettered, bettering)
    to improve
    – to make better 1
    • improve werkwoord (improves, improved, improving)
      • The editor improved the manuscript with his changes1
  5. berichtigen (verbessern; korrigieren; bessern; )
    to improve
    – to make better 1
    • improve werkwoord (improves, improved, improving)
      • The editor improved the manuscript with his changes1
    to correct; to renew; to get better; to make better; to better
    • correct werkwoord (corrects, corrected, correcting)
    • renew werkwoord (renews, renewed, renewing)
    • get better werkwoord (gets better, got better, getting better)
    • make better werkwoord (makes better, made better, making better)
    • better werkwoord (betters, bettered, bettering)
  6. berichtigen (richtigstellen; korrigieren; rektifizieren)
    to rectify; to put right; to set right
    • rectify werkwoord (rectifies, rectified, rectifying)
    • put right werkwoord (puts right, put right, putting right)
    • set right werkwoord (sets right, set right, setting right)

Conjugations for berichtigen:

Präsens
  1. berichtige
  2. berichtigest
  3. berichtiget
  4. berichtigen
  5. berichtiget
  6. berichtigen
Imperfekt
  1. berichtigete
  2. berichtigetest
  3. berichtigete
  4. berichtigeten
  5. berichtigetet
  6. berichtigeten
Perfekt
  1. habe berichtigt
  2. hast berichtigt
  3. hat berichtigt
  4. haben berichtigt
  5. habt berichtigt
  6. haben berichtigt
1. Konjunktiv [1]
  1. berichtige
  2. berichtigest
  3. berichtige
  4. berichtigen
  5. berichtiget
  6. berichtigen
2. Konjunktiv
  1. berichtigete
  2. berichtigetest
  3. berichtigete
  4. berichtigeten
  5. berichtigetet
  6. berichtigeten
Futur 1
  1. werde berichtigen
  2. wirst berichtigen
  3. wird berichtigen
  4. werden berichtigen
  5. werdet berichtigen
  6. werden berichtigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde berichtigen
  2. würdest berichtigen
  3. würde berichtigen
  4. würden berichtigen
  5. würdet berichtigen
  6. würden berichtigen
Diverses
  1. berichtig!
  2. berichtiget!
  3. berichtigen Sie!
  5. berichtigt
  6. berichtigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor berichtigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
edit Bearbeitung; Redigieren; Zurechtmachen
finish Abkriegen; Ausarbeitung; Ausführung; Ausreden; Aussprechen; Aussprechen zum Ende; Beenden; Ende; Finier; Finish; Schluß; Ziel; Ziellinie
review Besprechung; Beurteilung; Erörterung; Inspektion; Kritik; Reparatur von Material; Revision; Revue; Rezension; Wartung; Würdigung; Überholung; Überprüfung
revise Inspektion; Reparatur von Material; Revision; Wartung; Überholung; Überprüfung
rewrite Bearbeitung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alter abändern; berichtigen; korrigieren; reformieren; revidieren; überprüfen abwandeln; abwechseln; abändern; amendieren; anfertigen; ausbauen; auswirken; bilden; eintauschen; entarten; entfalten; entstehen; erschaffen; flattern; modifizieren; tauschen; umgestalten; umändern; variieren; verfertigen; verändern; wechseln; ändern
amend abändern; berichtigen; korrigieren; reformieren; revidieren; überprüfen
better abhelfen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; beenden; berichtigen; bessern; ergänzen; erneuern; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; komplettieren; korrigieren; perfektionieren; renovieren; verbessern; vervollkommnen; vervollständigen; vollenden
complete aufbessern; ausbauen; ausbessern; beenden; berichtigen; ergänzen; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; komplettieren; perfektionieren; vervollkommnen; vervollständigen; vollenden abmachen; erledigen; fertig bringen; komplettieren; vervollkommnen; vervollständigen
correct abhelfen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; berichtigen; bessern; ergänzen; erneuern; korrigieren; renovieren; verbessern; vervollkommnen gutmachen
edit berichtigen; nochmals schreiben; revidieren; überarbeiten Text aufarbeiten; Text bearbeiten; bearbeiten; redigieren
finish aufbessern; ausbauen; ausbessern; beenden; berichtigen; ergänzen; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; komplettieren; perfektionieren; vervollkommnen; vervollständigen; vollenden abbrechen; ablaufen; abmachen; abschließen; anhalten; aufessen; aufhören; aufmachen; aufzehren; ausbekommen; auskriegen; ausmisten; ausnehmen; ausräumen; ausspielen; aussprechen; austragen; austrinken; beenden; benutzen; beschließen; bestimmen; dekorieren; enden; entscheiden; erledigen; essen; feinmachen; fertig bringen; fertigbringen; fertigkriegen; fertigmachen; fertigstellen; festlegen; festsetzen; garnieren; gestalten; halten; herausnehmen; in Ordnung bringen; klären; konsumieren; leer trinken; leeren; leermachen; schließen; speisen; verbrauchen; vereinbaren; verspeisen; verzehren; verzieren; vollbringen; vollenden; zieren; zu Ende laufen; zu Ende spielen; zuendespielen
get better abhelfen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; berichtigen; bessern; ergänzen; erneuern; korrigieren; renovieren; verbessern; vervollkommnen aufarbeiten; aufbessern; aufbringen; bessern; genesen; gesunden; herauftragen; hinaufbringen; hinaufführen; kurieren; sichbessern; verbesseren; verbessern
improve abhelfen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; beenden; berichtigen; bessern; ergänzen; erneuern; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; komplettieren; korrigieren; perfektionieren; renovieren; verbessern; vervollkommnen; vervollständigen; vollenden aktualisieren; auf den neusten Stand bringen; aufarbeiten; aufbessern; aufbringen; besser werden; bessern; etwas vollkommen machen; genesen; gesunden; herauftragen; hinaufbringen; hinaufführen; kurieren; perfektionieren; sichbessern; verbesseren; verbessern
make better abhelfen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; beenden; berichtigen; bessern; ergänzen; erneuern; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; komplettieren; korrigieren; perfektionieren; renovieren; verbessern; vervollkommnen; vervollständigen; vollenden
perfect aufbessern; ausbauen; ausbessern; beenden; berichtigen; ergänzen; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; komplettieren; perfektionieren; vervollkommnen; vervollständigen; vollenden etwas vollkommen machen; perfektionieren
put right berichtigen; korrigieren; rektifizieren; richtigstellen herrichten
put straight aufbessern; berichtigen; bessern; korrigieren; verbessern gutmachen
rectify aufbessern; berichtigen; bessern; korrigieren; rektifizieren; richtigstellen; verbessern abbüßen; aufarbeiten; gutmachen; sühnen; zurechtrücken
renew abhelfen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; berichtigen; bessern; ergänzen; erneuern; korrigieren; renovieren; verbessern; vervollkommnen abermals tun; aufs neue machen; aufs neue tun; auswechseln; erfrischen; erneuern; herstellen; innovieren; neu Leben einblasen; neugestalten; noch einmal tun; nochmals tun; renovieren; restaurieren; wiederaufbauen; wiederherstellen; wiederholen; wiederum tun
review abändern; berichtigen; korrigieren; reformieren; revidieren; überprüfen ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern; prüfen; rezensieren; zurückblicken; über etwas sprechen
revise abändern; berichtigen; korrigieren; nochmals schreiben; reformieren; revidieren; überarbeiten; überprüfen
rewrite berichtigen; nochmals schreiben; revidieren; überarbeiten erneut generieren; modifizieren
set right aufbessern; berichtigen; bessern; korrigieren; rektifizieren; richtigstellen; verbessern gutmachen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complete abgerundet; abgeschlossen; alles; aus; beendet; fertig; ganz; gänzlich; komplett; total; vollendet; vollkommen; vollständig; vollzählig; völlig
correct akkurat; einverstanden; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; genau; gewissenhaft; geziemend; gründlich; gut; haargenau; in Ordnung; korrekt; makellos; minuziös; ordentlich; passend; peinlich genau; richtig; tadellos
perfect auserlesen; ausgelernt; ausgelesen; ausgesucht; ausgewählt; ausgezeichnet; edel; eingehend; einschneidend; einwandfrei; erstklassig; erstrangig; fabelhaft; fehlerfrei; fehlerlos; fleckenlos; formidabel; gedankenvoll; grundlegend; gründlich; herausragend; hervorragend; ideal; klasse; korrekt; makellos; oberst; oberste; ordentlich; perfekt; spitze; sublim; tadellos; tief; tiefgehend; tiefschürfend; tiefsinnig; tipp-topp; top; vollkommen; vortrefflich; vorzüglich; weise
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
better aufwärts; ausgezeichnet; besser; hervorragend; sublim; vollkommen; vortrefflich; vorzüglich
review bedrängt

Synoniemen voor "berichtigen":


Wiktionary: berichtigen

berichtigen
verb
  1. die Fehler in etwas entfernen oder diese ansprechen und der richtigen Entsprechung gegenüberstellen
berichtigen
verb
  1. To make something that was not valid become right
  2. to improve or rectify
  3. to correct
Cross Translation:
FromToVia
• berichtigen → rectify ↔ rechtzetten — met juiste informatie een misverstand corrigeren
• berichtigen → fix; correct; straighten out; rectify; set aright; redress ↔ rectifier — Corriger (1)
• berichtigen → tune; attune; regulate; regularize; settle; adjust; arrange; put in order; tidy; categorize; collate; order; sort; conduct; direct; guide; head; lead; drive; show the way ↔ régler — tirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1093 seconde
Page rendered in 1.0 seconds