Duits
Uitgebreide vertaling voor berichten (Duits) in het Engels
berichten:
-
berichten (melden; mitteilen; erläutern; meldungmachen; wiedergeben; sagen)
-
berichten (Geschichte erzählen; erzählen; sagen; melden; austragen; deklamieren; sprechen; mitteilen; reden)
-
berichten (sprechen; klatschen; babbeln; erzählen; sagen; plaudern; reden; quatschen; schwatzen; eine Aussage machen; schwätzen; kommunizieren; äußern; ausdrücken; tratschen; herumerzählen; bemerken; plappern; weitererzählen; petzen; quasseln; faseln; deklamieren; konversieren)
Conjugations for berichten:
Präsens
- berichte
- berichtest
- berichtet
- berichten
- berichtet
- berichten
Imperfekt
- berichtete
- berichtetest
- berichtete
- berichteten
- berichtetet
- berichteten
Perfekt
- habe berichtet
- hast berichtet
- hat berichtet
- haben berichtet
- habt berichtet
- haben berichtet
1. Konjunktiv [1]
- berichte
- berichtest
- berichte
- berichten
- berichtet
- berichten
2. Konjunktiv
- berichtete
- berichtetest
- berichtete
- berichteten
- berichtetet
- berichteten
Futur 1
- werde berichten
- wirst berichten
- wird berichten
- werden berichten
- werdet berichten
- werden berichten
1. Konjunktiv [2]
- würde berichten
- würdest berichten
- würde berichten
- würden berichten
- würdet berichten
- würden berichten
Diverses
- bericht!
- berichtet!
- berichten Sie!
- berichtet
- berichtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor berichten:
Synoniemen voor "berichten":
Wiktionary: berichten
berichten
berichten
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• berichten | → announce; impart | ↔ mededelen — doen vernemen |
• berichten | → communicate | ↔ berichten — van nieuws voorzien over iets |
• berichten | → report; give an account; refer; be related to | ↔ rapporter — apporter une chose, la remettre au lieu où elle était. |
Computer vertaling door derden: