Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal belagern

Vertaal belagern van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. belagern:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor belagern (Duits) in het Engels

belagern:

belagern werkwoord (belagere, belagerst, belagert, belagerte, belagertet, belagert)

  1. belagern
    to besiege; to attack; to assault; to raid; to storm
    • besiege werkwoord (besieges, besieged, besieging)
    • attack werkwoord (attacks, attacked, attacking)
    • assault werkwoord (assaults, assaulted, assaulting)
    • raid werkwoord (raids, raided, raiding)
    • storm werkwoord (storms, stormed, storming)

Conjugations for belagern:

Präsens
  1. belagere
  2. belagerst
  3. belagert
  4. belageren
  5. belagert
  6. belageren
Imperfekt
  1. belagerte
  2. belagertest
  3. belagerte
  4. belagerten
  5. belagertet
  6. belagerten
Perfekt
  1. habe belagert
  2. hast belagert
  3. hat belagert
  4. haben belagert
  5. habt belagert
  6. haben belagert
1. Konjunktiv [1]
  1. belagere
  2. belagerest
  3. belagere
  4. belageren
  5. belageret
  6. belageren
2. Konjunktiv
  1. belagerte
  2. belagertest
  3. belagerte
  4. belagerten
  5. belagertet
  6. belagerten
Futur 1
  1. werde belagern
  2. wirst belagern
  3. wird belagern
  4. werden belagern
  5. werdet belagern
  6. werden belagern
1. Konjunktiv [2]
  1. würde belagern
  2. würdest belagern
  3. würde belagern
  4. würden belagern
  5. würdet belagern
  6. würden belagern
Diverses
  1. belager!
  2. belagert!
  3. belageren Sie!
  5. belagert
  6. belagerend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor belagern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assault Anfallen; Angreifen; Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Raubüberfall; Sturmangriff; Sturmlauf; Vergewaltigung; Überfall
attack Anfallen; Angreifen; Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Sturmangriff; Sturmlauf
raid Angriff; Ansturm; Bestürmung; Einfall; Erstürmung; Hatz; Hetzjagd; Invasion; Plünderung; Raubzug; Razzia; Streifzug; Sturmangriff; Sturmlauf; Treiben; Treibjagd; Überfall; überraschend eingreifende Polizeistreife
storm Notwehr; Sturmwind; Unwetter; Wind
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assault belagern Gewalt gebrauchen; anfallen; angreifen; anstürmen; belästigen; bestürmen; erzwingen; mißhandeln; notzüchten; quälen; vergewaltigen
attack belagern anfallen; angreifen; anstürmen; beeinträchtigen; beschädigen; bestürmen; entzweireißen; korrodieren; sich einfressen; zerbrechen; zerschlagen; zertrümmern; ätzen
besiege belagern anfügen; beifügen; beilegen; beschränken; bestreichen; blockieren; eindeichen; eindämmen; einhegen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einrahmen; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; hinzufügen; schließen; umfassen; umringen; umschließen; umziehen; verkapseln
raid belagern anfallen; angreifen; anstürmen; ausplündern; ausrauben; bestürmen; plündern; rauben; stehlen
storm belagern anfallen; angreifen; anstürmen; ausfahren; bestürmen; brüllen; donnern; eilen; fluchen; hasten; hetzen; jagen; keifen; rasen; schelten; schimpfen; stürmen; toben; tosen; wetzen; wüten

Synoniemen voor "belagern":


Wiktionary: belagern

belagern
verb
  1. (ugs.) jemanden bedrängen, etwas Bestimmtes zu tun
  2. eine militärische Taktik anwenden, bei der eine feindliche Stellung umschlossen wird, um ihren Nachschub abzuschneiden.
belagern
verb
  1. to lay siege to
  2. to assail or ply
  3. to surround with armed forces
  4. to besiege; to surround with troops
  5. to assault with the intent of conquering by force or attrition
Cross Translation:
FromToVia
• belagern → besiege ↔ belegeren — met een leger omsingeld houden
• belagern → besiege; beleaguer; beset ↔ assiéger — militaire|fr action de mener un siège, d’encercler une ville, une citadelle.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0319 seconde
Page rendered in 1.0 seconds