Duits
Uitgebreide vertaling voor ausgelernt (Duits) in het Engels
ausgelernt:
-
ausgelernt (perfekt)
proficient; thorough; perfect-
proficient bijvoeglijk naamwoord
-
thorough bijvoeglijk naamwoord
-
perfect bijvoeglijk naamwoord
-
-
ausgelernt (geistreich; kundig; fähig; fachmännisch; geschickt; klug; sachverständig; schlau; scharfsinnig; gescheit; geübt; tüchtig; gewandt; geschult; handlich; aufgeweckt; gekonnt; behende; scharfsichtig)
Vertaal Matrix voor ausgelernt:
Computer vertaling door derden: