Duits
Uitgebreide vertaling voor ausbleichen (Duits) in het Engels
ausbleichen:
-
ausbleichen
Vertaal Matrix voor ausbleichen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
light | Lampe; Leuchte; Licht | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
get a lighter shade of colour | ausbleichen | |
light | ausbleichen | Feuer machen; anmachen; anschalten; anstechen; anstecken; anzünden; ausleuchten; beleuchten; belichten; bescheinen; bestrahlen; einschalten; entbrennen; entflammen; entzünden; erleuchten; feuern; in Brand stecken; inBrandstecken; licht anstecken; zünden |
light up | ausbleichen | anstecken; anzünden; ausleuchten; beleuchten; belichten; bescheinen; bestrahlen; entzünden; erleuchten |
lighten | ausbleichen | aufleuchten; ausleuchten; beleuchten; belichten; bescheinen; bestrahlen; blitzen; erleuchten; leuchten |
lighten up | ausbleichen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
light | anspruchslos; einfach; einfältig; federleicht; gefügig; geistesschwach; gelinde; gemächlich; gemütlich; gering; gewöhnlich; glatt; hell; leicht; leichtsinnig; licht; mühelos; nicht dunkel |