Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ausbesserbar:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausbesserbar (Duits) in het Engels

ausbesserbar:

ausbesserbar bijvoeglijk naamwoord

  1. ausbesserbar (verbesserlich; wiederherstellbar)
    improvable; curable; mendable; repairable; restorable

Vertaal Matrix voor ausbesserbar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curable ausbesserbar; verbesserlich; wiederherstellbar
improvable ausbesserbar; verbesserlich; wiederherstellbar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mendable ausbesserbar; verbesserlich; wiederherstellbar reparabel; wiederherstellbar
repairable ausbesserbar; verbesserlich; wiederherstellbar reparabel; wiederherstellbar
restorable ausbesserbar; verbesserlich; wiederherstellbar reparabel; wiederherstellbar