Uitgebreide vertaling voor aus einander spleißen (Duits) in het Engels
aus einander spleißen:
-
to
divide; to
divorce; to
separate; to
cleave; to
sever; to
part; to
crack
-
divide
werkwoord
(divides, divided, dividing)
-
divorce
werkwoord
(divorces, divorced, divorcing)
-
separate
werkwoord
(separates, separated, separating)
-
cleave
werkwoord
(cleaves, cleft, cleaving)
-
sever
werkwoord
(severs, severed, severing)
-
part
werkwoord
(parts, parted, parting)
-
crack
werkwoord
(cracks, cracked, cracking)
to
split
– discontinue an association or relation; go different ways
1
-
split
werkwoord
(splits, split, splitting)
Vertaal Matrix voor aus einander spleißen:
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van aus einander spleißen