Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aufschwellen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufschwellen (Duits) in het Engels

aufschwellen:

aufschwellen werkwoord

  1. aufschwellen (schwellen; anschwellen)
    to swell up; to bulge
    • swell up werkwoord (swells up, swelled up, swelling up)
    • bulge werkwoord (bulges, bulged, bulging)

Vertaal Matrix voor aufschwellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bulge Abrutchen; Absacken; Einsinken; Senkung; Unebenheit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bulge anschwellen; aufschwellen; schwellen ausbeulen; ausbeuteln; herausquellen; hervorquellen; hervorstehen
swell up anschwellen; aufschwellen; schwellen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bulge aufgebauscht; aufgedunsen; ausgestopft; gespannt; gewölbt; prall; rund

Synoniemen voor "aufschwellen":


Verwante vertalingen van aufschwellen