Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. arrangieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor arrangieren (Duits) in het Engels

arrangieren:

arrangieren werkwoord

  1. arrangieren
    to arrange; to orchestrate
    • arrange werkwoord (arranges, arranged, arranging)
    • orchestrate werkwoord (orchestrates, orchestrated, orchestrating)

Vertaal Matrix voor arrangieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrange arrangieren Haus einrichten; Maßregeln treffen; abmachen; anordnen; aufbauen; aufstellen; ausmachen; ausrichten; bauen; deichseln; einordnen; einrichten; einsetzen; einteilen; erbauen; errichten; festlegen; führen; gliedern; herrichten; inOrdnungbringen; installieren; koordinieren; leiten; lenken; ordnen; organisieren; regeln; regulieren; steuern; veranstalten; vereinbaren
orchestrate arrangieren

Synoniemen voor "arrangieren":


Wiktionary: arrangieren

arrangieren
verb
  1. vereinbaren, organisieren
arrangieren
verb
  1. to cause to assemble, to call together
  2. to set up, organise

Cross Translation:
FromToVia
arrangieren accommodate; adapt; adjust accommoderdonner, procurer de la commodité.
arrangieren arrange; cope arrangerarranger (transitive) (fr)
arrangieren tune; attune; have available; have at one’s disposal; arrange; fix up; array disposerarranger, mettre dans l’ordre le plus convenable.

Computer vertaling door derden: