Annulieren in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor annulieren (Duits) in het Engels

annulieren (stornieren; absagen; rückgängig machen; abbestellen; einstellen; streichen; aufheben)
to cancel; to annul; to rescind
- cancel werkwoord (cancels, canceled, canceling)
- annul werkwoord (annuls, annulled, annulling)
- rescind werkwoord (rescinds, rescinded, rescinding)
annulieren (lösen; absagen; abbestellen; rückgängig machen)
to rescind; to nullify; to annul; to undo
- rescind werkwoord (rescinds, rescinded, rescinding)
- nullify werkwoord (nullifies, nullified, nullifying)
- annul werkwoord (annuls, annulled, annulling)
- undo werkwoord (undoes, undid, undoing)

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
undo		Rollbackphase
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
annul	abbestellen; absagen; annulieren; aufheben; einstellen; lösen; rückgängig machen; stornieren; streichen	annullieren; aufheben; tilgen; widerrufen
cancel	abbestellen; absagen; annulieren; aufheben; einstellen; rückgängig machen; stornieren; streichen	Auswahl aufheben; abblasen; abbrechen; absagen; anbsetzen; annullieren; aufheben; durchstreichen; tilgen; wider'rufen; widerrufen
nullify	abbestellen; absagen; annulieren; lösen; rückgängig machen	annullieren; aufheben; tilgen; widerrufen
rescind	abbestellen; absagen; annulieren; aufheben; einstellen; lösen; rückgängig machen; stornieren; streichen
undo	abbestellen; absagen; annulieren; lösen; rückgängig machen	abkoppeln; annullieren; aufbekommen; aufbinden; aufdröseln; aufhaken; aufheben; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; aufmachen; auseinanderfasern; ausfransen; ausfädeln; ausheben; ausholen; ausnehmen; entknoten; entwirren; herausnehmen; losbekommen; loshaken; loskriegen; lösen; rückgängig machen; tilgen; wider'rufen; widerrufen; zurückdrehen; öffnen