Angemessen in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

angemessen:
- suitable; proper; effective; efficient; fit; appropriate; applicable; relevant; apposite; apt; fitting; right; befitting; becoming; quite; reasonably; considerably; rather; pretty; fairly; decent; neat; respectable; civil; virtuous; reputable; worthy; honest; fair; clean
anmessen:
- take measure
Wiktionary:
- angemessen → adequate, appropriate, commensurate, pertinent, proper
- angemessen → of use, suitable, appropriate, apt, due, expedient, right, useful, fitting, applicable, convenient, handy, opportune, advantageous, comfortable, becoming, seemly, proper, decent, adequate, pertinent, reasonable, prudent, sensible, judicious, sound, wise

Duits

Uitgebreide vertaling voor angemessen (Duits) in het Engels

angemessen:

angemessen bijvoeglijk naamwoord

angemessen (adäquat; geeignet; passend; entsprechend; gemessen)
suitable; proper; effective; efficient; fit
- suitable bijvoeglijk naamwoord
- proper bijvoeglijk naamwoord
- effective bijvoeglijk naamwoord
- efficient bijvoeglijk naamwoord
- fit bijvoeglijk naamwoord
angemessen (geeignet; schicklich; passend)
appropriate; suitable; applicable; relevant; apposite; apt; fitting; right
- appropriate bijvoeglijk naamwoord
- suitable bijvoeglijk naamwoord
- applicable bijvoeglijk naamwoord
- relevant bijvoeglijk naamwoord
- apposite bijvoeglijk naamwoord
- apt bijvoeglijk naamwoord
- fitting bijvoeglijk naamwoord
- right bijvoeglijk naamwoord
angemessen (schicklich; passend; geziemend)
proper; fitting; befitting; becoming
- proper bijvoeglijk naamwoord
- fitting bijvoeglijk naamwoord
- befitting bijvoeglijk naamwoord
- becoming bijvoeglijk naamwoord
angemessen (ziemlich; ganz; verhältnismäßig; relativ; beträchtlich; anständig; natürlich; erheblich)
quite; reasonably; considerably; rather; pretty; fairly
- quite bijwoord
- reasonably bijwoord
- considerably bijwoord
- rather bijwoord
- pretty bijvoeglijk naamwoord
- fairly bijwoord
angemessen (dezent; brav; korrekt; gepflegt; sauber; höflich; züchtig; tugendhaft; sittsam)
decent; neat; proper; respectable
- decent bijvoeglijk naamwoord
- neat bijvoeglijk naamwoord
- proper bijvoeglijk naamwoord
- respectable bijvoeglijk naamwoord
angemessen (ordentlich; anständig)
civil
- civil bijvoeglijk naamwoord
angemessen (anständig; höflich; sittsam; ordentlich; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig)
virtuous; decent; reputable; worthy; honest; fair; respectable; clean
- virtuous bijvoeglijk naamwoord
- decent bijvoeglijk naamwoord
- reputable bijvoeglijk naamwoord
- worthy bijvoeglijk naamwoord
- honest bijvoeglijk naamwoord
- fair bijvoeglijk naamwoord
- respectable bijvoeglijk naamwoord
- clean bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor angemessen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fair		Jahrmarkt; Jahrmärkte; Kermis; Kirchweih; Rummelplatz
fit		Anpassung; Gliederzucken; Paßform; Schnitt; Sitz; Wutanfall; Zuckung; Zusammenziehung
fitting		Anprobieren
right		Gerechtigkeit; Recht
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clean		abdecken; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausräumen; ausspülen; ausverkaufen; bergen; bewahren; lagern; ledern; putzen; reinigen; reinmachen; saubermachen; speichern; säubern; waschen; weglegen; wegräumen
fit		anlegen; anprobieren; ausprobieren; bauen; einrichten; gleichen; gleichkommen; installieren; passen; probieren; stimmen; vereinbaren; zusammenstimmen; übereinstimmen mit
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
applicable	angemessen; geeignet; passend; schicklich	geeignet; passend
apposite	angemessen; geeignet; passend; schicklich	geeignet; kennzeichnend
appropriate	angemessen; geeignet; passend; schicklich	die Mühe wert; geeignet; passend; sinnreich; sinnvoll; zweckmäßig
apt	angemessen; geeignet; passend; schicklich	geeignet; kennzeichnend; passend; ungefähr; zirka
becoming	angemessen; geziemend; passend; schicklich	entstehend; ordentlich; schicklich; schmeichelhaft; schmeichelnd; schmeichlerisch; werdend
befitting	angemessen; geziemend; passend; schicklich
civil	angemessen; anständig; ordentlich	anständig; bürgerlich; gepflegt; gut versorgt; höflich; korrekt; kultiviert; wohlerzogen; zivil; zivilisiert
effective	adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend	die Mühe wert; effektiv; effizient; entscheidend; kräftig; mit einer kräftigen Auswirkung; triftig; wirksam; zweckmäßig
efficient	adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend	befähig; die Mühe wert; effektiv; effizient; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; fähig; kapabel; kompetent; sachkundig; sachverständig; zweckmäßig
fit	adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend	arbeitstauglich; befähig; behäbig; blühend; erwerbsfähig; finanzstark; fit; fähig; gesund; glühend; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; inbesterForm; kapabel; kompetent; springlebendig; wohlauf; wohlhabend
fitting	angemessen; geeignet; geziemend; passend; schicklich	geeignet; passend
honest	achtenswert; angemessen; anständig; artig; ehrbar; ehrenwert; galant; höflich; ordentlich; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen	artig; aufrecht; aufrichtig; brav; direkt; ehrlich; ernsthaft; fair; fein; fidel; gerade; geradeheraus; gerecht; offen; offenherzig; pur; rechtschaffen; rundheraus; schnurgerade; sittsam; treugesinnt; treuherzig; unumwunden; unverblümt; unverstellt; vollmundig; vorbildlich; wahr
neat	angemessen; brav; dezent; gepflegt; höflich; korrekt; sauber; sittsam; tugendhaft; züchtig	ansehnlich; aufgeräumt; ausgelassen; begeistert; flink; fröhlich; geordent; geordnet; gepflegt; geschickt; geschwind; gewandt; geübt; handlich; hastig; heiter; herb; hygienisch; klug; lustig; munter; ordentlich; pfiffig; raffiniert; rasch; rein; reinlich; respektabel; sauber; sauber und rein; scharfsinnig; schlau; schleunig; schnell; spitzfindig; tadellos; tauglich; treffend; tüchtig
proper	adäquat; angemessen; brav; dezent; entsprechend; geeignet; gemessen; gepflegt; geziemend; höflich; korrekt; passend; sauber; schicklich; sittsam; tugendhaft; züchtig	anständig; gebildet; geziemend; höflich; ordentlich; passend; passende; schicklich; wohlanständig; wohlerzogen; zivilisiert
relevant	angemessen; geeignet; passend; schicklich	geeignet; passend
reputable	achtenswert; angemessen; anständig; artig; ehrbar; ehrenwert; galant; höflich; ordentlich; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen	anständig; gebildet; höflich; wohlanständig; wohlerzogen; zivilisiert
respectable	achtenswert; angemessen; anständig; artig; brav; dezent; ehrbar; ehrenwert; galant; gepflegt; höflich; korrekt; ordentlich; sauber; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen; züchtig	achtbar; achtenswert; ansehnlich; anständig; beachtenswert; beachtlich; bedeutend; bemerkenswert; beträchtlich; ehrbar; ehrenwert; ehrwürdig; erheblich; gebildet; hervorspringend; höflich; merklich; respektabel; riesig; schwer; sichtbar; spürbar; wesentlich; wichtig; wohlanständig; wohlerzogen; ziemlich; zivilisiert
suitable	adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend; schicklich	die Mühe wert; geeignet; gefühlig; passend
virtuous	achtenswert; angemessen; anständig; artig; ehrbar; ehrenwert; galant; höflich; ordentlich; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen
worthy	achtenswert; angemessen; anständig; artig; ehrbar; ehrenwert; galant; höflich; ordentlich; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen	menschenwürdig
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
considerably	angemessen; anständig; beträchtlich; erheblich; ganz; natürlich; relativ; verhältnismäßig; ziemlich	anständig; ordentlich; stattlich; stramm; tapfer; tüchtig
fairly	angemessen; anständig; beträchtlich; erheblich; ganz; natürlich; relativ; verhältnismäßig; ziemlich	relativ; vergleichend; verhältnismäßig; ziemlich
quite	angemessen; anständig; beträchtlich; erheblich; ganz; natürlich; relativ; verhältnismäßig; ziemlich
rather	angemessen; anständig; beträchtlich; erheblich; ganz; natürlich; relativ; verhältnismäßig; ziemlich	besonders; eher; gehörig; lieber; sehr
reasonably	angemessen; anständig; beträchtlich; erheblich; ganz; natürlich; relativ; verhältnismäßig; ziemlich
right		rechts abbiegen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clean	achtenswert; angemessen; anständig; artig; ehrbar; ehrenwert; galant; höflich; ordentlich; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen	anständig; aufgeräumt; fleckenlos; geordnet; gepflegt; glattweg; hygienisch; keusch; ordentlich; rein; reinlich; sauber; sauber und rein; sittsam; tadellos; züchtig
decent	achtenswert; angemessen; anständig; artig; brav; dezent; ehrbar; ehrenwert; galant; gepflegt; höflich; korrekt; ordentlich; sauber; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen; züchtig	ansehnlich; menschenwürdig; ordentlich; respektabel; schicklich
fair	achtenswert; angemessen; anständig; artig; ehrbar; ehrenwert; galant; höflich; ordentlich; schicklich; sittsam; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen	anständig; aufrichtig; blond; ehrenwert; ehrlich; fair; fein; fidel; gerade; geradeheraus; gerecht; goldblond; korrekt; offen; offenherzig; passend; pur; recht; redlich; relativ; treugesinnt; treuherzig; unumwunden; unverblümt; vergleichend; verhältnismäßig; ziemlich
pretty	angemessen; anständig; beträchtlich; erheblich; ganz; natürlich; relativ; verhältnismäßig; ziemlich	allerliebst; angenehm; anmutig; anziehend; attraktiv; charmant; edel; elegant; entzückend; fein; fesch; flott; galant; gefällig; geschmeidig; goldig; grazil; graziös; gutaussehend; hold; hübsch; lieblich; nett; niedlich; reizend; schick; schmuck; schön; süß; verschmitzt; zierlich
right	angemessen; geeignet; passend; schicklich	akkurat; anständig; auf der rechten Seite; aufrichtig; eben; eben noch; ehrenwert; ehrlich; einverstanden; einwandfrei; fair; genau; gerade; gerade eben; gerecht; gewissenhaft; geziemend; gründlich; gut; haargenau; in Ordnung; korrekt; minuziös; passend; peinlich genau; prezies; recht; rechts; redlich; richtig; soeben; tadellos; wahr

Synoniemen voor "angemessen":

gescheit; rational; sinnvoll; vernunftgemäß; vernünftig
adäquat; angebracht; brauchbar; entsprechend; geeignet; im Rahmen; nach Maß; passend; qualifiziert; stimmig; tauglich; verwendbar; viabel; zweckmäßig

Wiktionary: angemessen

angemessen

adjective

den Verhältnissen entsprechend, passend
- angemessen → adequate; appropriate

angemessen

adjective

proportionate; of a similar measurable standard
- commensurate → angemessen; dementsprechend; ausgewogen
peculiar, suitable, fit, proper
- appropriate → passend; angemessen; angebracht
equal to some requirement
- adequate → angemessen; adäquat
pertaining
- pertinent → angemessen
fit, suitable
- proper → richtig; passend; angemessen

Cross Translation:

From	To	Via
• angemessen	→ of use; suitable; appropriate; apt; due; expedient; right; useful; fitting; applicable; convenient; handy; opportune; advantageous; comfortable; becoming; seemly; proper; decent; adequate	↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
• angemessen	→ pertinent	↔ pertinent — Qui est tel qu’il convient, qui approprier, qui est en rapport avec le sujet.
• angemessen	→ reasonable; prudent; sensible; judicious; sound; wise; appropriate; becoming; seemly; suitable; proper	↔ raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.

anmessen:

anmessen werkwoord (messe an, mißt an, maß an, maßt an, angemessen)

anmessen
to take measure
- take measure werkwoord (takes measure, took measure, taking measure)

Conjugations for anmessen:

Präsens

messe an
mißt an
mißt an
messen an
meßt an
messen an

Imperfekt

maß an
maßest an
maß an
massen an
maßt an
massen an

Perfekt

habe angemessen
hast angemessen
hat angemessen
haben angemessen
habt angemessen
haben angemessen

1. Konjunktiv [1]

messe an
messest an
messe an
messen an
messet an
messen an

2. Konjunktiv

mäße an
mäßest an
mäße an
mäßen an
mäßet an
mäßen an

Futur 1

werde anmessen
wirst anmessen
wird anmessen
werden anmessen
werdet anmessen
werden anmessen

1. Konjunktiv [2]

würde anmessen
würdest anmessen
würde anmessen
würden anmessen
würdet anmessen
würden anmessen

Diverses

miß an!
meßt an!
messen Sie an!
angemessen
anmessend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor anmessen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
take measure	anmessen

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal angemessen van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor angemessen (Duits) in het Engels

angemessen:

angemessen bijvoeglijk naamwoord

angemessen (adäquat; geeignet; passend; entsprechend; gemessen)

angemessen (geeignet; schicklich; passend)

angemessen (schicklich; passend; geziemend)

angemessen (ziemlich; ganz; verhältnismäßig; relativ; beträchtlich; anständig; natürlich; erheblich)

angemessen (dezent; brav; korrekt; gepflegt; sauber; höflich; züchtig; tugendhaft; sittsam)

angemessen (ordentlich; anständig)

angemessen (anständig; höflich; sittsam; ordentlich; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig)