Duits
Uitgebreide vertaling voor allein (Duits) in het Engels
allein:
-
allein (aber; doch; allerdings)
although; nevertheless; though; but; anyway; yet; anyhow; still; for all that-
although bijvoeglijk naamwoord
-
nevertheless bijwoord
-
though bijwoord
-
but bijwoord
-
anyway bijwoord
-
yet bijwoord
-
anyhow bijwoord
-
still bijvoeglijk naamwoord
-
for all that bijvoeglijk naamwoord
-
-
allein (aber; jedoch; indessen; indes)
Vertaal Matrix voor allein:
Synoniemen voor "allein":
Wiktionary: allein
allein
Cross Translation:
adjective
allein
adverb
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• allein | → alone; only; sole; solitary; single; unaccompanied | ↔ seul — Qui est sans compagnie ; qui n’est point avec d’autres. |
• allein | → exclusively; just; only; merely; simply; solely; but | ↔ seulement — Uniquement, rien que… (sens général) |