Duits
Uitgebreide vertaling voor abgelebt (Duits) in het Engels
abgelebt:
-
abgelebt (verschlissen; veraltet; abgenutzt)
decrepit; worn out; worn; worn with age; kicked off-
decrepit bijvoeglijk naamwoord
-
worn out bijvoeglijk naamwoord
-
worn bijvoeglijk naamwoord
-
worn with age bijvoeglijk naamwoord
-
kicked off bijvoeglijk naamwoord
-
-
abgelebt (abgenutzt)
worn out; worn; worn with age-
worn out bijvoeglijk naamwoord
-
worn bijvoeglijk naamwoord
-
worn with age bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor abgelebt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
decrepit | abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen | |
worn | abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen | abgewetzt; vertreten |
worn out | abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen | abgemattet; abgerackert; abgespannt; ermattet; erschöpft; fertig; halbtot; hundemüde; kaputt; ohnmächtig; todmüde; übermüdet |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kicked off | abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen | |
worn with age | abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen |
Wiktionary: abgelebt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abgelebt | → deciduous; decayed; decrepit; dilapidated; void; lapsed; rickety; ramshackle; seedy | ↔ caduc — (botanique) Se dit d’un organe, notamment les feuilles, se détachant et tombant chaque année. |
• abgelebt | → old; venerable; aged; decayed; decrepit; dilapidated; lapsed; rickety; ramshackle; seedy; void | ↔ vieux — D’un certain âge (relatif à un autre). |