Duits
Uitgebreide vertaling voor Zwieback (Duits) in het Engels
Zwieback:
Vertaal Matrix voor Zwieback:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Dutch rusk | Zwieback | |
biscuit | Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Zwieback | Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen |
biscuit rusk | Zwieback | |
cookie | Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Zwieback | Biskuit; Cookie; Gebäck; Keks; Kuchen |
kind of biscuit | Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Zwieback | |
snap | Biskuit; Gebäck; Keks; Kuchen; Zwieback | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
snap | anbeißen; andocken; anfahren; anschnauzen; aufbrechen; ausrichten; beißen; bersten; beschädigen; brechen; explodieren; flattern; kaputtmachen; knacken; knistern; platzen; prasseln; schnipsen; wappern; zerreißen; zerspringen; zubeißen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
snap | angenehm; anmutig; anziehend; attraktiv; edel; elegant; entzückend; fein; fesch; flott; galant; geschmeidig; grazil; graziös; gutaussehend; hold; hübsch; lieblich; reizend; schick; schmuck; schön; süß; verschmitzt; zierlich |
Wiktionary: Zwieback
Zwieback
Cross Translation:
noun
Zwieback
-
süßes Brot, das zunächst einmal gebacken (Einback), dann in Scheiben geschnitten und zum zweiten Mal gebacken (geröstet) wird, bis es trocken und knusprig ist; haltbare, knusprige Brotscheibe, heute meistens als leicht verdauliche Brotscheiben für Kinder und Kranke, z. B. als Zwiebackbrei
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Zwieback | → gingerbread; biscuit; cookie; cake | ↔ koek — voeding|nld een baksel uit de oven met als belangrijkste ingrediënt deeg. Er zijn veel varianten, bijvoorbeeld met chocola, rozijnen of glazuur |
• Zwieback | → rusk | ↔ biscotte — tranche de pain sécher au four. |