Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Zuweisung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zuweisung (Duits) in het Engels

Zuweisung:

Zuweisung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zuweisung
    the allotment
  2. die Zuweisung
    the assigned program
    – A program that has been advertised to a collection and is mandatory to run. 1
  3. die Zuweisung
    the spreading
    – The process of entering data at a non-leaf level and distributing the data automatically to the leaf level while maintaining data consistency within the model. 1
  4. die Zuweisung (Auftragserteilung)
    the assignment; the allowance

Vertaal Matrix voor Zuweisung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allotment Zuweisung Zuteilung
allowance Auftragserteilung; Zuweisung Abzug; Arbeitslohn; Beihilfe; Beistand; Belohnung; Besoldung; Bewilligung; Bezahlung; Einkommen; Erlaubnis; Genehmigung; Herabsetzung; Permission; Reduktion; Reduzierung; Subvention; Unterstützung; Zuschuß; Zuwendung
assigned program Zuweisung
assignment Auftragserteilung; Zuweisung Anweisung; Arbeitsauftrag; Aufgabe; Auftrag; Befehl; Erlaß; Instruktion; Kommando; Weisung; Zwangsbefehl
spreading Zuweisung Distribution; Güterverteilung; Verbreitung; Verteilung; Vertriebsstelle; Zuteilungsstelle; Zwangsbewirtschaftung

Synoniemen voor "Zuweisung":


Wiktionary: Zuweisung

Zuweisung
noun
  1. The process or procedure for allocating things, especially money or other resources.