Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- Zusammenstellung:
-
Wiktionary:
- Zusammenstellung → assembling, compiling, arranging, drafting, combination, arrangement, compilation, composition, list, buildup
- Zusammenstellung → composition, montage, composing, erecting, fitting up, mounting, assembly, set-up
Duits
Uitgebreide vertaling voor Zusammenstellung (Duits) in het Engels
Zusammenstellung:
-
die Zusammenstellung (Zusammensetzung)
-
die Zusammenstellung
Vertaal Matrix voor Zusammenstellung:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arrangement | Zusammensetzung; Zusammenstellung | Anordnen; Anordnung; Anpassen; Arrangement; Arrangieren; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einordnung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Fügung; Ordnung; Regelung |
assembly | Zusammensetzung; Zusammenstellung | Assemblee; Assembly; Begegnung; Beisammensein; Beratung; Konferenz; Kongreß; Sitzung; Tagung; Treffen; Unterredung; Veranstaltung; Versammlung; Zusammenkunft; Zusammensein; Zusammentreffen |
composition | Zusammensetzung; Zusammenstellung | Architektur; Aufbau; Aufsatz; Bau; Bauart; Baukunst; Bautechnik; Bedeutung; Bericht; Erbauung; Errichtung; Gestaltung; Gutachten; Inhalt; Kombination; Komposition; Konstruktion; Sinn; Struktur; Unterteile; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammensetzung; gerichtliches Vergleichsverfahren; innere Aufbau |
montage | Zusammensetzung; Zusammenstellung | Bildschnitt; Montierung; Schnitt |
Synoniemen voor "Zusammenstellung":
Wiktionary: Zusammenstellung
Zusammenstellung
Cross Translation:
noun
Zusammenstellung
-
das Anordnen von Ausgewähltem, der Vorgang von [1]
- Zusammenstellung → assembling; compiling; arranging; drafting
-
die Anordnung von Ausgewähltem
- Zusammenstellung → combination; arrangement; compilation; composition; list
noun
-
combining of different parts to make a whole
-
accumulation
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Zusammenstellung | → composition | ↔ samenstelling — de onderdelen waaruit iets bestaat |
• Zusammenstellung | → montage; composing; erecting; fitting up; mounting; assembly; set-up | ↔ montage — Assemblage des pièces d’un ouvrage (2) |