Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Zusammensein:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zusammensein (Duits) in het Engels

Zusammensein:

Zusammensein [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zusammensein (Beisammensein)
    the assembly; the gathering
  2. Zusammensein
    the being gathered; the being collected

Vertaal Matrix voor Zusammensein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assembly Beisammensein; Zusammensein Assemblee; Assembly; Begegnung; Beratung; Konferenz; Kongreß; Sitzung; Tagung; Treffen; Unterredung; Veranstaltung; Versammlung; Zusammenkunft; Zusammensetzung; Zusammenstellung; Zusammentreffen
being collected Zusammensein
being gathered Zusammensein
gathering Beisammensein; Zusammensein Andrang; Ansammlung; Ansturm; Begegnung; Beratung; Besprechung; Einberufung; Einholen; Einsammlung; Einziehen; Gedränge; Geldsammlung; Gewühl; Haufen; Häufung; Kollekte; Konferenz; Kongreß; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Sitzung; Tagung; Treffen; Trupp; Unterredung; Veranstaltung; Verhandlung; Versammlung; Volksmenge; Zusammenkunft; Zusammenrottung; Zusammenrufung; Zusammentreffen

Synoniemen voor "Zusammensein":


Wiktionary: Zusammensein


Cross Translation:
FromToVia
Zusammensein intimacy intimité — qualité de ce qui est intime