Zug in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Zug:
- railway train; train; railroad train; chess move; move at chess; draft; air lock; barge train; streak; shark; crease; pen line; stroke of the pen; drink; swig; draught; suction power
Wiktionary:
- Zug → feature, groove, migration, passage, tour, march, platoon, move, drag, draught, draft, breath, traction, train, stroke, swig, turn
- Zug → migratory
- Zug → Zug
- Zug → draught, fly system, train, feature, trait, attribute, characteristic

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zug (Duits) in het Engels

Zug:

Zug [der ~] zelfstandig naamwoord

der Zug
the railway train; the train; the railroad train
– public transport provided by a line of railway cars coupled together and drawn by a locomotive ¹
- railway train [the ~] zelfstandig naamwoord
- train [the ~] zelfstandig naamwoord
  - express trains don't stop at Princeton Junction¹
- railroad train [the ~] zelfstandig naamwoord
der Zug (Schachzug; Manöver)
the chess move; the move at chess
- chess move [the ~] zelfstandig naamwoord
- move at chess [the ~] zelfstandig naamwoord
der Zug (Luftabsaugung)
the draft; the air lock
- draft [the ~] zelfstandig naamwoord
- air lock [the ~] zelfstandig naamwoord
der Zug (Schleppe; Troß; Schleppzug; Schleppnetz; Gefolge)
the barge train; the train
- barge train [the ~] zelfstandig naamwoord
- train [the ~] zelfstandig naamwoord
der Zug (Strich; Kratzer; Schnörkel; Einschnitt; Federstrich)
the streak; the shark; the crease; the pen line; the stroke of the pen
- streak [the ~] zelfstandig naamwoord
- shark [the ~] zelfstandig naamwoord
- crease [the ~] zelfstandig naamwoord
- pen line [the ~] zelfstandig naamwoord
- stroke of the pen [the ~] zelfstandig naamwoord
der Zug (Schluck)
the drink; the swig; the draught
- drink [the ~] zelfstandig naamwoord
- swig [the ~] zelfstandig naamwoord
- draught [the ~] zelfstandig naamwoord
der Zug (Zugkraft)
the suction power
- suction power [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zug:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
air lock	Luftabsaugung; Zug
barge train	Gefolge; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Troß; Zug
chess move	Manöver; Schachzug; Zug
crease	Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Schnörkel; Strich; Zug	Eselsohr; Falte; Runzel; Wurf
draft	Luftabsaugung; Zug	Darstellung; Entwurf; Entwürfe; Grundriß; Kladde; Konzept; Leerung; Notizblock; Plan; Redigieren; Rohversion; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung; Zurechtmachen; vorläufige Entwurf
draught	Schluck; Zug
drink	Schluck; Zug	Alkohol; Gebräu; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit
move at chess	Manöver; Schachzug; Zug
pen line	Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Schnörkel; Strich; Zug
railroad train	Zug
railway train	Zug
shark	Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Schnörkel; Strich; Zug	Hai; Haifisch
streak	Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Schnörkel; Strich; Zug	Blitz; Blitzlicht; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft; Pfeil; Schlag; Schlucker; Strahl
stroke of the pen	Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Schnörkel; Strich; Zug
suction power	Zug; Zugkraft
swig	Schluck; Zug
train	Gefolge; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Troß; Zug	Karawane; Zugabteil
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drink		Alhohol trinken; Schnapstrinken; austrinken; leer trinken; leeren; saufen; sich besaufen; trinken
train		abrichten; anlernen; anweisen; ausbilden; beibringen; belehren; bilden; büffeln; dozieren; dressieren; einpauken; einprägen; einstudieren; einweisen; einüben; entwickeln; erlernen; erziehen; exerzieren; heranbilden; instruieren; lehren; lernen; proben; repetieren; schulen; sichwiederholen; studieren; trainieren; unterrichten; unterweisen; üben

Synoniemen voor "Zug":

Durchzug; Hauch; Luftzug
Bahn; Eisenbahn; Lok; Lokomotive; Triebfahrzeug; Fahrgerät; Fahrmaschine; Fahrzeug; Gefährt; Vehikel; Verkehrsmittel
Belastung; Spannung; Spannungszustand; Tension
Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; psychologische Eigenschaft

Wiktionary: Zug

Zug

noun

charakteristische Form der Linie
- Zug → feature
spiralförmige Rille im Lauf von Feuerwaffen
- Zug → groove
Wanderung
- Zug → migration; passage; tour; march
Menschenführung: kleinere Organisationseinheiten in einer Hierarchie
- Zug → platoon
Spiele: Bewegen einer Brettspielfigur von einem Feld auf ein anderes
- Zug → move
Luftzug; starker Luftdurchgang (vor allem in Gebäuden)
- Zug → drag; draught; draft; breath
das Einwirken auf etwas, um es zu sich hin zu bewegen; gegen die Kräfte des Festhaltens oder des inneren Zusammenhalts wirkende Kraft
- Zug → traction
mehrere hintereinander gekoppelte Fahrzeuge (speziell auf Schienen)
- Zug → train

Zug

noun

the act of moving a token on a gameboard
- move → Spielzug; Zug
an amount of liquid that is drunk in one swallow
- draught → Schluck; Zug
a current of air
- draught → Durchzug; Zugluft; Zug; Luftzug
unit of 30-40 soldiers
- platoon → Zug; Kolonne
line drawn with a pen or pencil
- stroke → Strich; Zug; Federstrich
particular style of swimming
- stroke → Schlag; Zug
a drink
- swig → Schluck; Zug
line of connected cars or carriages
- train → Zug; Eisenbahn
one's chance to make a move in a game
- turn → Zug

adjective

(of birds, etc) that migrate
- migratory → Zug

proper noun

town
- Zug → Zug

Cross Translation:

From	To	Via
• Zug	→ draught	↔ tocht — luchtbeweging ontstaan door openingen
• Zug	→ draught	↔ teug — een grote slok
• Zug	→ fly system	↔ cintre — Plafond de la scène d’un théâtre.
• Zug	→ draught	↔ courant d’air — Se dit du vent lorsque, traversant un espace resserré, il souffle d’une manière continue.
• Zug	→ train	↔ train — ferro\|fr convoi ferroviaire constitué d’au moins une locomotive et de wagons. note S’emploie, plus rarement, en astronautique et dans les transports routiers.
• Zug	→ feature; trait; attribute; characteristic	↔ trait — (vieilli) action de tirer une voiture par des animaux.

Verwante vertalingen van Zug

Remove Ads

Vertaal Zug van Duits naar Engels

Uitgebreide vertaling voor Zug (Duits) in het Engels

Zug:

Zug [der ~] zelfstandig naamwoord

der Zug

der Zug (Schachzug; Manöver)

der Zug (Luftabsaugung)

der Zug (Schleppe; Troß; Schleppzug; Schleppnetz; Gefolge)

der Zug (Strich; Kratzer; Schnörkel; Einschnitt; Federstrich)

der Zug (Schluck)

der Zug (Zugkraft)

Vertaal Matrix voor Zug:

Synoniemen voor "Zug":

Wiktionary: Zug

Verwante vertalingen van Zug