Ziffer in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Ziffer:
- grade; mark; number; figure; digit
Wiktionary:
- Ziffer → figure, digit, numeral, cipher
- Ziffer → digit, cipher, figure, numeral

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ziffer (Duits) in het Engels

die Ziffer (Zensur; Schulnote; Zahl)
the grade; the mark
- grade [the ~] zelfstandig naamwoord
- mark [the ~] zelfstandig naamwoord
die Ziffer (Rangnummer; Nummer; Zahl)
the number; the figure
- number [the ~] zelfstandig naamwoord
- figure [the ~] zelfstandig naamwoord
die Ziffer
the digit
– One of the characters used to indicate a whole number (unit) in a numbering system. In any numbering system, the number of possible digits is equal to the base, or radix, used. For example, the decimal (base-10) system has 10 digits, 0 through 9; the binary (base-2) system has 2 digits, 0 and 1; and the hexadecimal (base-16) system has 16 digits, 0 through 9 and A through F. ¹
- digit [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
digit	Ziffer
figure	Nummer; Rangnummer; Zahl; Ziffer	Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gebilde; Geck; Geist; Geisteskranke; Gestalt; Grundgesetz; Haltung; Idiot; Irre; Irrsinnige; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Mensch; Numerus; Person; Positur; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Statur; Tollkopf; Verfassung; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Wuchs; Zahl; Äußere
grade	Schulnote; Zahl; Zensur; Ziffer	Beurteilung; Grad; Klasse; Note; Rang; Schuljahr; Titel; Wissenschaftlicher Grad
mark	Schulnote; Zahl; Zensur; Ziffer	Abzeichen; Auszeichnung; Beurteilung; Brandzeichen; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Erkennungszeichen; Formgebung; Gestaltung; Kennzeichen; Markierung; Merkmal; Merkzeichen; Narbe; Note; Orden; Ringscheibe; Schießscheibe; Schmarre; Schmiß; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal; Vermerk; Zensur; Zielscheibe
number	Nummer; Rangnummer; Zahl; Ziffer	Anzahl; Folgenummer; Menge; Numerus; Nummer; Quantität; Quantum; Rangnummer; Zahl
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
figure		aufführen; auftreten; darbieten; darstellen; figurieren
mark		abzeichnen; ankreuzen; anmerken; anstreichen; beschreiben; bezeichnen; brandmarken; charakterisieren; einbrennen; kennzeichnen; markieren; merken; stempeln; stigmatisieren; unterstreichen; zeichnen
number		numerieren

Ziffer

noun

einzelne Zeichen zur Zahlendarstellung (arabische Ziffern: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, römische Ziffern: I, V, X, L, C, D, M)
- Ziffer → figure; digit

Ziffer

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Ziffer	→ digit; cipher	↔ cijfer — een enkelvoudig symbool om een telbaar aantal aan te duiden
• Ziffer	→ cipher; digit; figure; numeral	↔ chiffre — symbole utilisé pour écrire les nombres. (Sens général).