Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Wrack:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wrack (Duits) in het Engels

Wrack:

Wrack [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wrack (Schiffswrack)
    the wreck; the ship wreck; the wrecked ship

Vertaal Matrix voor Wrack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ship wreck Schiffswrack; Wrack
wreck Schiffswrack; Wrack Baufälle; Ruine; Trümmerhaufen
wrecked ship Schiffswrack; Wrack
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wreck abbrechen; abreißen; abtragen; abwracken; aufbrechen; ausschalten; beschädigen; brechen; demolieren; den Hals umdrehen; einstampfen; entweihen; erledigen; fertigmachen; ganz kaputt und auseinander holen; kaputtmachen; liquidieren; niederreißen; ruinieren; umstossen; verderben; verheeren; vernichten; verschrotten; verwüsten; wegreißen; zehren; zerbrechen; zerlegen; zerstören; zertrümmern

Synoniemen voor "Wrack":


Wiktionary: Wrack

Wrack
noun
  1. zerstörtes, schrottreifes Fahrzeug
Wrack
noun
  1. ruined object or person
  2. remains

Cross Translation:
FromToVia
Wrack wreck wrak — overblijfsel van een verongelukt of gestrand vaar-, voer- of vliegtuig
Wrack wreck épave — Véhicule rendu inutilisable