Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Wohnen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wohnen (Duits) in het Engels

Wohnen:

Wohnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wohnen (sich Aufhalten)
    the remaining; the living
    • remaining [the ~] zelfstandig naamwoord
    • living [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wohnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
living Wohnen; sich Aufhalten Wohnzimmer
remaining Wohnen; sich Aufhalten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
living ansässig; existierend; lebend; wohnhaft
remaining sonstig; übrig

Verwante vertalingen van Wohnen