Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Vorurteil:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vorurteil (Duits) in het Engels

Vorurteil:

Vorurteil [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Vorurteil (Voreingenommenheit)
    the prejudice; the preconceived opinion; the bias
  2. Vorurteil (Parteilichkeit; Befangenheit)
    the prejudice; the bias
    • prejudice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bias [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Vorurteil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bias Befangenheit; Parteilichkeit; Voreingenommenheit; Vorurteil Voreingenommenheit
preconceived opinion Voreingenommenheit; Vorurteil Beschränktheit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Voreingenommenheit
prejudice Befangenheit; Parteilichkeit; Voreingenommenheit; Vorurteil Beschränktheit; Kleinlichkeit; Kleinmütigkeit; Voreingenommenheit

Synoniemen voor "Vorurteil":


Wiktionary: Vorurteil

Vorurteil
noun
  1. Urteil über jemanden oder etwas, das nicht auf Erfahrungen oder Wissen über das Beurteilte beruht. Mithin ein Vorausurteil, das heißt ein Urteil vor oder ohne Kenntnis des einzelnen Beurteilten.
Vorurteil
noun
  1. an opinion considered beforehand with adequate evidence
  2. adverse judgement formed beforehand
  3. any preconceived opinion

Cross Translation:
FromToVia
Vorurteil prejudice; bias préjugé — juri|fr (vieilli) Ce qui juger auparavant dans un cas semblable ou analogue.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Vorurteil