Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Vervielfachung

Vertaal Vervielfachung van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Vervielfachung:
- multiplication; increase; doubling; duplication; redoubling

Duits

Uitgebreide vertaling voor Vervielfachung (Duits) in het Engels

Vervielfachung:

Vervielfachung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Vervielfachung (Vermehrung; Multiplikation)
the multiplication; the increase
- multiplication [the ~] zelfstandig naamwoord
- increase [the ~] zelfstandig naamwoord
die Vervielfachung (Verdoppelung; Vermehrung; Vervielfältigung; Multiplikation)
the doubling; the duplication; the redoubling
- doubling [the ~] zelfstandig naamwoord
- duplication [the ~] zelfstandig naamwoord
- redoubling [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Vervielfachung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doubling	Multiplikation; Verdoppelung; Vermehrung; Vervielfachung; Vervielfältigung
duplication	Multiplikation; Verdoppelung; Vermehrung; Vervielfachung; Vervielfältigung
increase	Multiplikation; Vermehrung; Vervielfachung	Abheben; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Anwuchs; Aufgehen; Ausbreitung; Ausdehnung; Entwicklung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Lagerzugang; Progression; Steigen; Vergrößerung; Verlauf; Vermehrung; Wachstum; Zugang; Zunahme; Zuwachs
multiplication	Multiplikation; Vermehrung; Vervielfachung	Anbau; Zucht
redoubling	Multiplikation; Verdoppelung; Vermehrung; Vervielfachung; Vervielfältigung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
increase		abheben; akzelerieren; angehen; anlaufen; anschwellen; ansteigen; anwachsen; anziehen; aufbrechen; aufführen; aufhäufeln; aufhäufen; aufrücken; aufstauben; aufsteigen; aufstocken; aufwallen; aufwehen; aufwerfen; aufwirbeln; aufziehen; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; davontragen; einläuten; einschnauben; einschnupfen; emporsteigen; ergänzen; erheben; erhöhen; errichten; ersteigen; erwachsen werden; erweitern; heben; heranwachsen; heraufkommen; heraufsteigen; herausquellen; hinaufgehen; hinaufkommen; hinaufsteigen; hissen; hochkrempeln; hochsteigen; hochziehen; im Anziehen steigen; sich vermehren; sichheben; sprudeln; starten; steigen; steigern; verbreiten; vergrößern; verkehren; vermehren; verwirken; wallen; zunehmen

Computer vertaling door derden: