Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Verlegenheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verlegenheit (Duits) in het Engels

Verlegenheit:

Verlegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verlegenheit (Schüchternheit; Zurückhaltung; Verschlossenheit; )
    the reticence; the discomfiture; the restraint; the shyness; the timidity; the reserve; the timorousness
  2. die Verlegenheit (Schüchternheit; Zaghaftigkeit; Scheuheit; Schüchternkeit)
    the syness; the timidity
    • syness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • timidity [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Verlegenheit (Schüchternheit; Ängstlichkeit; Zaghaftigkeit; Scheuheit)
    the timidity; the timorousness
  4. die Verlegenheit (Schüchternheit)
    the shyness; the timidity; the timorousness
  5. die Verlegenheit (Scheu; Scham; Schüchternheit; Zaghaftigkeit; Geniertheit)
    the embarrassment; the discomfiture; the awkwardness

Vertaal Matrix voor Verlegenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
awkwardness Geniertheit; Scham; Scheu; Schüchternheit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit Unbeholfenheit; Ungeschicklichkeit; Ungeschicktheit
discomfiture Geniertheit; Scham; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung
embarrassment Geniertheit; Scham; Scheu; Schüchternheit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit
reserve Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung Beherrschung; Ersatz; Reserve; Reserven; Reservieren; Reserviertheit; Reservist; Verschlossenheit; Zurückhaltung
restraint Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung Beherrschung; Beherschung; Einsperren; Freiheitsbeschränkung; Freiheitsentzug; Gefangennahme; Kontrolle; Reserviertheit; Selbstbeherschung; Verschlossenheit; Zurückhaltung
reticence Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung Beherrschung; Reserviertheit; Schweigsamkeit; Stille; Stillschweigen; Verschlossenheit; Verschwiegenheit; Zurückhaltung
shyness Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung
syness Scheuheit; Schüchternheit; Schüchternkeit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit
timidity Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Schüchternkeit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung; Ängstlichkeit Bangigkeit; Furcht; Scheu; Ängstlichkeit
timorousness Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung; Ängstlichkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reserve auf die Seite legen; auf die Seitelegen; beiseite legen; ein Reis buchen; ein Reis reservieren; freihalten; offenhalten; reservieren; vorbehalten; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen

Synoniemen voor "Verlegenheit":


Wiktionary: Verlegenheit

Verlegenheit
noun
  1. Gefühl der Unsicherheit, Verwirrung
Verlegenheit
verb
  1. to embarrass

Cross Translation:
FromToVia
Verlegenheit embarrassment; predicament; difficulty; straits; abashment; perplexity embarras — Ce qui embarrasse ou résultat de l’action d’embarrasser.
Verlegenheit embarrass embarrasser — Mettre en peine, troubler.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Verlegenheit