Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Verbreiter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verbreiter (Duits) in het Engels

Verbreiter:

Verbreiter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Verbreiter (Austeiler; Verteiler; Austeilerin)
    the distributor; the propagator
  2. der Verbreiter (Verteiler; Austeiler)
    the distributor

Vertaal Matrix voor Verbreiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distributor Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler Austeiler; Austeilerin; Distributeur; Distributorin; Krittlerin; Mäklerin; Nörglerin; Verteiler; Verteilerin; Vertriebshändler
propagator Austeiler; Austeilerin; Verbreiter; Verteiler

Wiktionary: Verbreiter


Cross Translation:
FromToVia
Verbreiter apostle apôtre — (religion) Une des douze personnes que Jésus-Christ choisir particulièrement, entre ses disciples, pour prêcher l’évangile.