Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Unmündigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unmündigkeit (Duits) in het Engels

Unmündigkeit:

Unmündigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Unmündigkeit
    the infancy; the tutelage; the minority
    • infancy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tutelage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • minority [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Unmündigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infancy Unmündigkeit Minderjährigkeit
minority Unmündigkeit Minderheit; Minderjährigkeit; Minorität
tutelage Unmündigkeit Kuratel; Verfügungsgewalt; Verfügungsrecht; Vormundschaft

Synoniemen voor "Unmündigkeit":


Wiktionary: Unmündigkeit

Unmündigkeit
noun
  1. die Unfähigkeit, bestimmte Entscheidungen zu treffen