Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Token:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Token (Duits) in het Engels

Token:

Token

  1. Token
    the token
    – Any nonreducible textual element in data that is being parsed. For example, the use in a program of a variable name, a reserved word, or an operator. Storing tokens as short codes shortens program files and speeds execution. 1
    • token [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Token
    the token
    – For networking, a unique structure or message that circulates continuously among the nodes of a token ring and describes the current state of the network. Before any node can send a message on the network, it must first wait to control the token. 1
    • token [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Token:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
token Token Abschnitt; Beweis; Beweisstück; Coupon; Differenz; Erkennungsmarke; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Gulden; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Münze; Pfennig; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest

Wiktionary: Token

Token
noun
  1. Linguistik: jedes einzelne Vorkommen eines Wortes (oder einer anderen Einheit) in einem Text
  2. Informatik, Sicherheitstechnik: Gerät, das zeitlich begrenzte, sichere Schlüssel für den Zugang zu Datenverarbeitungssystemen oder auch für das Internetbanking speichert oder generiert