Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Sträucher:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sträucher (Duits) in het Engels

Sträucher:

Sträucher [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sträucher (Büsche; Strauchwerk)
    the bushes; the shrubs
    • bushes [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shrubs [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Sträucher (Bündel; Büsche)
    the bunches; the bundles
    • bunches [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bundles [the ~] zelfstandig naamwoord

Sträucher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sträucher (Büsche)
    the shrubs
    • shrubs [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sträucher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bunches Bündel; Büsche; Sträucher
bundles Bündel; Büsche; Sträucher
bushes Büsche; Strauchwerk; Sträucher Busch; Büschel; Gebüsch; Hölzer; Kopf; Staude; Strauch; Unterholz
shrubs Büsche; Strauchwerk; Sträucher Busch; Büsche; Dickicht; Gebüsch; Gehölz; Gesträuch; Gestrüpp; Holz; Hölzer; Unterholz

Synoniemen voor "Sträucher":