Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Stoff:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stoff (Duits) in het Engels

Stoff:

Stoff [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stoff (Zeug)
    the cloth; the clothing material

Vertaal Matrix voor Stoff:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloth Stoff; Zeug Abschnitt; Abwaschtuch; Aufbau; Auskleidung; Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Coupon; Decke; Faserstoff; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Geistlichkeit; Klerus; Komplex; Lappen; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Leinwand; Leinwände; Linnen; Lumpen; Malerleinwand; Polsterung; Putztuch; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Scheuerlappen; Stoffetzen; Stofflappen; Stramin; Stück; Stück Stoff; Teppich; Tischdecke; Tischtuch; Tischtücher; Tuch; Verkleidung; Weißwäsche; Wischtuch; Wäsche; aus Wolle bestehndes Gewebe
clothing material Stoff; Zeug
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloth aus Leinen; aus Tuch; tüchern

Synoniemen voor "Stoff":


Wiktionary: Stoff

Stoff
noun
  1. in der Drogenszene, unter Alkoholikern: die Drogen (Rauschgift oder Alkohol)
  2. das, was zu erlernen, zu erarbeiten ist
  3. literarisch, theatralisch, filmisch aufbereitbares Material
  4. das Material, die Materie
  5. eine Textilie
Stoff
noun
  1. kind of substance
  2. cloth
  3. narcotic drug
  4. material made of fibers
  5. woven fabric
  6. the tangible substance that goes into the makeup of a physical object
  7. matter

Cross Translation:
FromToVia
Stoff fabric stof — weefsel, textiel
Stoff matter matière — Ce qui a de la masse et occupe de l’espace.
Stoff fabric tissu — Matériau constitué de fils entrelacés.
Stoff cloth toile — Tissu de fils de lin, de chanvre, de coton, etc.
Stoff cloth; material; stuff étoffe — textile|fr tissu de soie, de laine, de coton, etc., dont on faire des habits, dont on recouvre des meubles, etc.

Verwante vertalingen van Stoff