Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- Stechen:
-
Wiktionary:
- Stechen → jump-off, twinge, stitch, stabbing pain, sharp pain, engraving
Duits
Uitgebreide vertaling voor Stechen (Duits) in het Engels
Stechen:
-
Stechen
Vertaal Matrix voor Stechen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pricking | Stechen | |
sticking | Stechen | Ankleben; Kleben; Plakken |
stinging | Stechen | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sticking | eintretend; zutretend | |
stinging | anzüglich; beißend; bissig; gehässig; mit schneidender Stimme; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stechend; stoppelig; ätzend |
Synoniemen voor "Stechen":
Wiktionary: Stechen
Stechen
noun
Stechen
-
in einem Sportwettkampf die Entscheidung um den Sieg zwischen den punktgleich Führenden
- Stechen → jump-off
-
durchdringender Schmerz, Stich
- Stechen → twinge; stitch; stabbing pain; sharp pain