Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Stammverwandtschaft

Vertaal Stammverwandtschaft van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Stammverwandtschaft:
- relation; alliance; connection; affinity

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stammverwandtschaft (Duits) in het Engels

Stammverwandtschaft:

Stammverwandtschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Stammverwandtschaft (Verbundenheit; Gemeinschaft; Verbindung; Verband; Zusammenhang; Schicksalsverbundenheit)
the relation; the alliance; the connection
- relation [the ~] zelfstandig naamwoord
- alliance [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
die Stammverwandtschaft
the affinity
- affinity [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stammverwandtschaft:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affinity	Stammverwandtschaft	Affinität
alliance	Gemeinschaft; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Zusammenhang	Allianz; Alliiern; Bindung; Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Einigkeit; Eintracht; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Konnexion; Korporation; Körperschaft; Landesbund; Liga; Pakt; Solidarität; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Verschreibung; Vertrag; Zusammengehörigkeit; Zusammenschluß
connection	Gemeinschaft; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Zusammenhang	Abenteuer; Affäre; Anschluß; Berührung; Beziehung; Binde; Bindeglied; Bindung; Eingeschaltete; Einheitlichkeit; Einigkeit; Einschiebsel; Eintracht; Gemeinschaft; Kombination; Konnex; Konnexion; Kontakt; Kontext; Kopplung; Schaltung; Solidarität; Telefonanschluß; Telefonverbindung; Verband; Verbindung; Verhältnis; Verkettung; Vertrag; Zusammenfügung; Zusammengehörigkeit; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß; Zusammenschweißung
relation	Gemeinschaft; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Zusammenhang	Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Kontext; Proportion; Verband; Verbindung; Verhältnis; Zusammenhang