Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Spurt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spurt (Duits) in het Engels

Spurt:

Spurt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spurt
    the spurt; the sprint; the spirt
    • spurt [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sprint [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spirt [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spurt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spirt Spurt
sprint Spurt sprint
spurt Spurt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprint eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen
spurt ausblasen; ausspritzen; hetzen; rasen; spritzen; spurten

Synoniemen voor "Spurt":


Wiktionary: Spurt

Spurt
noun
  1. burst of speed or activity