Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Selbstlaut:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Selbstlaut (Duits) in het Engels

Selbstlaut:

Selbstlaut [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Selbstlaut (Vokal)
    the vowel; the vocal
    • vowel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vocal [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Selbstlaut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vocal Selbstlaut; Vokal
vowel Selbstlaut; Vokal
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vocal wortwörtlich; wörtlich

Synoniemen voor "Selbstlaut":


Wiktionary: Selbstlaut

Selbstlaut
noun
  1. (Sprach-)Laute, die für sich allein gesprochen und als Silbengipfel verwendet werden können; deutsche Bezeichnung für „Vokal“
Selbstlaut
noun
  1. sound
  2. letter

Cross Translation:
FromToVia
Selbstlaut vowel voyelle — linguistique|fr son de la voix produire par la vibration du larynx modifier par l’ouverture plus ou moins grande de la bouche.