Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Selbständigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Selbständigkeit (Duits) in het Engels

Selbständigkeit:

Selbständigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Selbständigkeit (Unabhängigkeit; Ungebundenheit; Freiheit)
    the independence
  2. die Selbständigkeit (Freiheit; Unabhängigkeit; Ungebundenheit)
    the liberty; the freedom
    • liberty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • freedom [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Selbständigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
freedom Freiheit; Selbständigkeit; Unabhängigkeit; Ungebundenheit Zivilrecht
independence Freiheit; Selbständigkeit; Unabhängigkeit; Ungebundenheit
liberty Freiheit; Selbständigkeit; Unabhängigkeit; Ungebundenheit

Synoniemen voor "Selbständigkeit":


Wiktionary: Selbständigkeit

Selbständigkeit
Cross Translation:
FromToVia
Selbständigkeit self-sustainability zelfredzaamheid — het vermogen om het leven in te richten zonder hulp van anderen

Computer vertaling door derden: