Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schuh:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schuh (Duits) in het Engels

Schuh:

Schuh [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schuh
    the shoe
    • shoe [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schuh:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shoe Schuh

Synoniemen voor "Schuh":


Wiktionary: Schuh

Schuh
noun
  1. äußere Fußbekleidung
Schuh
noun
  1. protective covering for the foot
  2. something resembling a shoe (e.g. brake shoe)

Cross Translation:
FromToVia
Schuh shoe; boot chaussure — Ce que l’on met au pied pour se chausser.
Schuh shoe; boot soulierchaussure qui couvrir tout ou seulement une partie du pied.