Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmatzer (Duits) in het Engels

Schmatzer:

Schmatzer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schmatzer (Schmatz; Kuß)
    the smacking kiss; the smack; the smacker
  2. der Schmatzer
    the noisy eaters; the smacky eater

Schmatzer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schmatzer (Küsse)
    the smackers
    • smackers [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schmatzer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
noisy eaters Schmatzer
smack Kuß; Schmatz; Schmatzer Bums; Fall; Handschlag; Handschläge; Hieb; Klaps; Knall; Krach; Plumps; Puff; Schlag; Schuß; leichter Schlag
smacker Kuß; Schmatz; Schmatzer
smackers Küsse; Schmatzer
smacking kiss Kuß; Schmatz; Schmatzer Kuß
smacky eater Schmatzer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smack dreschen; einen Klaps geben; hart schlagen; hauen; hämmern; rammen; schlagen; schmatzen; schmatzen beim Essen; verkloppen

Synoniemen voor "Schmatzer":